Ga verder naar de inhoud

Rechtspraak over discriminatie

Op zoek naar rechtspraak over discriminatie? Eén van de opdrachten van Unia is het verzamelen en bekend maken van rechterlijke uitspraken die nuttig zijn om de antiracisme- en antidiscriminatiewetgeving (in ruime zin) te evalueren. 

De databank op deze pagina verzamelt vonnissen en arresten over discriminatie, haatmisdrijven en haatspraak (met inbegrip van negationisme). Gebruik de zoektermen of filters om vonnissen en arresten te vinden. De teksten zijn geanonimiseerd en van een samenvatting voorzien. Daarnaast ontwikkelt Unia ook thematische analyses van rechtspraak

Filter

Bv. redelijke aanpassing, hoofddoek...

1233 databronnen gevonden. Er worden 1233 databronnen getoond op pagina 122 van de 124 pagina's.
1233 resultaten gevonden

Cor­rec­ti­o­ne­le rechtbank Antwerpen, afdeling Antwerpen, 14 maart 1996

Het in het openbaar verklaren dat “ze alle migranten op een boot moeten zetten of een bom onder hun bed plaatsen” vormt een inbreuk op artikel 1 van de antiracismewet.

Unia (burgerlijke) partij

Hof van beroep Antwerpen, 17 november 1995

Vijf Pakistani die in een café in Sint-Truiden iets willen drinken, worden niet besteld en krijgen te horen dat “die vijf bruine apen” het café moeten verlaten.

Cor­rec­ti­o­ne­le rechtbank Oost-Vlaanderen, afdeling Oudenaarde, 23 oktober 1995

Stelt zich schuldig aan een misdrijf voorzien in artikel 1 van de wet de persoon die in het openbaar een vrouw van Marokkaanse herkomst onder meer omwille van haar herkomst beledigt, alsook de Marokkaanse gemeenschap in haar geheel.
Unia (burgerlijke) partij

Cor­rec­ti­o­ne­le rechtbank West-Vlaanderen, afdeling Brugge, 25 september 1995

Wanneer het niet duidelijk is dat de weigering van het verhuren van een motorfiets is ingegeven door de buitenlandse herkomst van de kandidaat-huurder, moet de twijfel in het voordeel van de beschuldigde spelen. In onderhavig geval ligt de reden van de weigering van de verhuring niet in het feit dat de klant Turks begon te spreken, maar wel in de ongerustheid die zich van de verhuurster meester maakte. Dergelijke vrees is uiteraard subjectief en was misschien niet gegrond, maar kan niet als een opzettelijke vorm van discriminatie beschouwd worden.

Arbeidshof Brussel (Franstalig), 5 december 1994

De werkneemster die, zo blijkt uit een onderzoek uitgevoerd door het gewestelijk werkloosheidsbureau, meermaals haar meestergast uitmaakt voor “vuile Italiaan, vrouwenhater, masochist” in het bijzijn van de directie en het personeel, begaat een ernstige fout die een onmiddellijk ontslag rechtvaardigt.

Cor­rec­ti­o­ne­le rechtbank Brussel (Ne­der­lands­ta­lig), 6 september 1994

De Nederlandstalige Liga voor mensenrechten had 2 leidinggevende leden van het Vlaams Blok op grond van artikel 3 voor de rechtbank gedaagd. Teneinde de racistische aard van de groepering te bewijzen, legt de aanklager het 70-puntenprogramma van de partij voor.

Hof van assisen van de provincie Henegouwen, 28 juni 1994

De kamer van inbeschuldigingstelling van Bergen, 4 januari 1994 was van mening dat “indien de PFN zoals elke andere partij het recht heeft om bepaalde meningen in het openbaar te verdedigen en om bepaalde oplossingen aan te prijzen voor de immigratieproblemen, de wet (…) haar verbiedt om dit te doen op basis van een radicale rassendiscriminatie die hoofdzakelijk gestoeld is op het verschil in cultuur en beschaving van de vreemdelingen, en door middel van het aanwenden van beledigende uitspraken of attitudes. Dergelijk gedrag is onvermijdelijk van aard om in het publiek gevoelens van misprijzen, van algemene en onvoorwaardelijke afwijzing, zelfs van haat ten aanzien van vreemdelingen op te wekken”.

Cor­rec­ti­o­ne­le rechtbank Namen, afdeling Namen, 23 september 1993

De rechter beoordeelt soeverein vanaf wanneer de vrije meningsuiting kan worden beschouwd als een aansporing tot geweld, haat of discriminatie.

Cor­rec­ti­o­ne­le rechtbank Luik, afdeling Luik, 16 september 1993

De rechtbank is van oordeel dat het simpele feit dat de werking van de vzw tot bepaalde categorieën van personen wordt beperkt, niet kan beschouwd worden als een uiting van de intentie om te discrimineren of om tot haat aan te zetten, zeker als we bemerken dat de statuten uitdrukkelijk bepalen dat de slachtofferhulp in een later stadium kan uitgebreid worden tot onderdanen die niet tot de Europese Unie behoren.

Hof van Cassatie, 19 mei 1993

De kamer van inbeschuldigingstelling van Brussel had in een arrest van 3 december 1992 geoordeeld dat artikel 1 van de wet enkel van toepassing is indien de daden de manifeste bedoeling laten uitschijnen om een publiek of een individu ertoe aan te zetten om duidelijke racistische of xenofobe daden te plegen, en niet wanneer het aanzetten de toehoorders enkel uitnodigt om een algemene houding aan te nemen.

Op de hoogte blijven van juridisch nieuws?