[OPINIE] Oproepen tot haat is verboden én wordt gestraft

11 juni 2012
Discriminatiegrond: Racisme

Nieuwe uitlatingen van Sharia4Belgium doen andermaal de discussie oplaaien hoe de samenleving het best kan omgaan met haatboodschappen. Voor alle duidelijkheid: aanzetten tot haat, geweld of discriminatie op grond van ras, religie, seksuele geaardheid, … is bij wet verboden. Precies over de aanpak van dergelijke haatboodschappen handelt een speciaal hoofdstuk van het laatste Jaarverslag Discriminatie/Diversiteit van het Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding

Centrale stelling in dat hoofdstuk is dat haatboodschappen ‘daden’ zijn, en niet louter meningen. Wie aanzet tot haat, geweld en discriminatie stelt een daad, en zet zelfs anderen aan tot daden. Of dat zo is, valt op te maken uit de analyse van zowel het opzet van de dader als de context. Zo werden in 2011 vier mannen veroordeeld voor homofobie: één had het slachtoffer gemolesteerd en werd veroordeeld voor dit haatmisdrijf, de drie anderen hadden alleen hun kameraad aangemoedigd en werden veroordeeld voor het aanzetten tot geweld.

Iedereen mag denken wat hij of zij wil, en eigenlijk mag iedereen ook zeggen wat hij of zij denkt: aan de vrijheid van mening en van meningsuiting zijn er nauwelijks grenzen. Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens formuleert dit als volgt: ook schokkende, verontrustende en zelfs kwetsende meningen moeten kunnen, zo wil het de democratie. Wie dergelijke meningen wil bestrijden, moet dat met meningen doen.

Anderen aanzetten tot haat, geweld en discriminatie is van een heel andere orde. Dan zijn woorden of beelden niet louter de vertolking van een mening, maar stellen ze een daad. Het strafrecht legt niet de meningen en de uiting ervan aan banden, wél het stellen van daden, en het bepaalt de sancties voor wie zich niet aan de gedragsregels houdt. Terecht: want daden moet men met daden bestrijden: met vervolging en veroordeling. Ik mag denken dat 160 km/uur rijden veilig is op de snelweg, ik mag dat zelfs overal vertellen, maar ik word veroordeeld als ik het doe.

Haatboodschappen van radicale groeperingen

De voorbije jaren kreeg het Centrum vaak te horen dat men tegen haatboodschappen weinig kon ondernemen, omdat er geen wet was om het bestaan van radicale organisaties te verbieden. Maar de huidige antidiscriminatiewetgeving laat wel degelijk toe om daden van ‘aanzetten tot haat, geweld en discriminatie’ effectief te bestrijden. Enkele voorbeelden: in maart 2011 werd Blood&Honour op die gronden veroordeeld, en nadat het Centrum in 2011 herhaaldelijk klacht neerlegde tegen Sharia4Belgium werden ook zij recent veroordeeld. In beide gevallen leverden politie en justitie uitstekend werk. Bij recidive zullen zij opnieuw vervolgd en veroordeeld worden, en de straf zal zwaarder zijn.

Kunnen we ook preventief optreden? Natuurlijk kunnen we dat. Voor haatboodschappen gaat het in de eerste plaats om te leren en te tonen hoe men volop van mening kan verschillen zonder te vervallen in haatboodschappen. Moeten we daarin verder gaan en niet alleen daden van organisaties, maar ook hun bestaan zélf te verbieden? Daar willen we als Centrum graag mee over nadenken, en mee zoeken naar oplossingen voor minstens drie problemen. Het eerste is een praktisch probleem: het gaat zowat altijd om feitelijke verenigingen, die dus niet echt ‘bestaan’; hoe kan men wat niet bestaat doen ophouden te bestaan? Het tweede probleem is een principieel probleem: op welke grond kan men een organisatie het recht ontzeggen te bestaan, om zo haatboodschappen te voorkomen? Het derde probleem is pragmatisch van aard: wat zal het reële effect zijn van een dergelijk verbod? Als een dergelijk verbod leidt tot een martelaarsschap en nog meer haatboodschappen, tot het meteen oprichten van een nieuwe vereniging, of tot het compleet ondergronds gaan van dergelijke bewegingen waardoor ze nog veel moeilijker in de gaten te houden zijn: wat winnen we daar als samenleving dan bij?

Het Centrum wil graag meezoeken naar oplossingen voor die vragen, om waar mogelijk de wetgeving tegen racisme en discriminatie nog verder aan te scherpen en de maatschappij te beschermen tegen haatboodschappen. Intussen zal het Centrum niet nalaten om de huidige wetgeving te blijven gebruiken. Het heeft al opnieuw klacht neergelegd tegen Sharia4Belgium voor nieuwe feiten, en steunt daarmee politie en justitie om opnieuw te vervolgen en zwaarder te bestraffen.

Jozef De Witte