Uitspraken van Jan Jambon: Unia wil feiten en waarschuwt voor veralgemeningen

18 april 2016

Unia verwacht dat minister van Binnenlandse Zaken Jan Jambon zijn uitspraak ‘dat een significant deel van de moslimgemeenschap stond te dansen na de aanslagen’ hard maakt met feiten en waarschuwt voor kwetsende veralgemeningen over moslims. Jambon deed zijn uitspraak op 16 april in De Standaard.

'Mensen kloppen bij ons aan en hebben uiteraard vragen over zijn uitspraak. Wij stellen vandaag geen inbreuk op de Antidiscriminatiewet vast. Zijn uitlating is in strikt juridische zin dus niet strafbaar', zegt Unia-directeur Els Keytsman.

‘De minister moet wel beseffen dat hij de klok rond een publiek figuur is en dat hij een voorbeeldfunctie heeft en zijn woorden daarom best zorgvuldig wikt en weegt. Het morele gezag van politici gaat hand in hand met een grotere verantwoordelijkheid,’ voegt Keytsman eraan toe.

Minister Jambon deed deze uitspraak blijkbaar zonder zijn beweringen te stoelen op feiten. Dat is problematisch. Hij moet volledig in kaart brengen wat hij met deze uitspraak bedoelt en waar hij ze vandaan haalt. Als zijn reactie klopt en effectief een significant deel van de moslims dansten na de aanslagen, dan confronteert dat onze samenleving met een groot probleem.’

‘Als het niet waar blijkt te zijn, baart de uitspraak zorgen. De minister moet ten slotte elke burger, moslim of niet, beschermen,’ vervolgt Keytsman.  

Unia benadrukt dat de vrijheid van meningsuiting een fundament is van onze samenleving. Dat betekent dat je kan zeggen wat er in je omgaat zelfs als het beledigend, schokkend of verontrustend is voor anderen.