Zaak-Feryn: zeggen dat men zal discrimineren is discriminatie, 10 juli 2008

10 juli 2008
Discriminatiegrond: Racisme

Vandaag sprak het Europees Hof van Justitie zich uit over de zaak van het Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding (Centrum) tegen de Firma Feryn nv.

Ter herinnering, de kantelpoortenfirma Feryn verklaarde publiekelijk dat ze zou weigeren allochtone monteurs aan te nemen, omdat zijn klanten geen arbeiders van vreemde origine zouden wensen.

De zaak was naar het Europees Hof van Justitie verwezen, nadat het Brusselse Arbeidshof een aantal prejudiciële vragen had gesteld in verband met de interpretatie van de Europese richtlijn 2000/43 m.b.t. de toepassing van het beginsel van gelijke behandeling van personen ongeacht ras of etnische afstamming (Rasrichtlijn). Het Centrum wijst op drie belangrijke punten van dit arrest.

1. Volgens het Hof van Justitie heeft de firma Feryn zich schuldig gemaakt aan discriminatie door publiekelijk te verklaren dat hij geen allochtone monteurs in dienst zou nemen: "De omstandigheid dat een werkgever publiekelijk verklaart dat hij geen werknemers van een bepaalde etnische afstamming of van een bepaald ras zal aanwerven, hetgeen uiteraard voor bepaalde kandidaten een ernstige reden kan zijn om niet te solliciteren en dus een beletsel vormt voor hun toegang tot de arbeidsmarkt, vormt directe discriminatie bij aanwerving in de zin van richtlijn 2000/43." Het Hof volgt daarmee het advies van advocaat-generaal Poiares Maduro.

2. Bovendien stelt het Hof dat die publieke verklaringen niet enkel een discriminatie op zich uitmaken, maar er bovendien op wijzen dat in het algemeen een discriminatoir aanwervingsbeleid wordt gevoerd. Dit vermoeden kan door de werkgever (Feryn) slechts weerlegd worden door aan te tonen dat hij het beginsel van gelijke behandeling niet heeft geschonden, bijvoorbeeld door te bewijzen dat het aanwervingsbeleid in de praktijk niet overeenstemt met die publieke verklaringen.

3. Ten slotte oordeelt het Hof dat, zodra de rechter discriminatie vaststelt, hij maatregelen moet treffen die doeltreffend, evenredig en afschrikkend zijn. Die sancties kunnen erin bestaan dat de rechter de discriminatie vaststelt en voldoende bekendheid wordt gegeven aan die veroordeling, dat de rechter beveelt de discriminerende praktijk te beëindigen (en een dwangsom oplegt ingeval van niet-naleving) of dat de rechter een schadevergoeding toekent.

Het Centrum is zeer opgetogen dat het Europees Hof van Justitie het advies van advocaat-generaal Poiares Maduro heeft gevolgd. “Dit arrest is een juridisch precedent voor de internationale rechtspraak”, benadrukt Jozef De Witte, directeur van het Centrum. “Voor het Centrum is het belangrijk dat dergelijke gevallen van directe discriminatie veroordeeld en gesanctioneerd worden. Voortaan zullen andere nationale rechtsinstanties gelijkaardige publieke verklaringen eenduidig als discriminatie moeten veroordelen en effectief sanctioneren. Zeggen dat men zal discrimineren, is al een discriminatie”, besluit De Witte.

De zaak Feryn is nu terug naar het Brusselse Arbeidshof verwezen, dat een oordeel over de concrete zaak moet uitspreken, rekening houdend met de richtlijnen die het Hof van Justitie heeft gegeven in zijn arrest van vandaag.

Naar aanleiding van dit dossier wenst het Centrum te benadrukken dat veel werkgevers in België de diversiteit op hun werkvloer ernstig nemen en hiervoor dagelijks bemoedigende inspanningen leveren.

Vergelijkbare artikels