Geweigerde redelijke aanpassing op een vliegtuig

5 februari 2012
Discriminatiegrond: Handicap

De ouders van een jongen met een fysieke handicap hadden bij het boeken van hun vliegtickets een aanvraag ingediend om een aangepast schuimrubberen zitje te mogen gebruiken. Daarmee zou hun zoon comfortabel kunnen reizen. De luchtvaartmaatschappij weigerde die redelijke aanpassing.

Na verschillende contacten met het Centrum bood de luchtvaartmaatschappij een financiële schadevergoeding aan in de vorm van kortingsbonnen. De familie ging akkoord met het bedrag van de schadevergoeding maar niet met de vorm: ze wilde niet meteen een nieuwe vlucht boeken, laat staan met dezelfde maatschappij.

Na die poging tot verzoening nam het Centrum contact op met een mensenrechteninstelling in het land waar de luchtvaartmaatschappij gevestigd was. Nadat zij tussenbeide was gekomen, stemde de maatschappij ermee in om het bedrag van de schadevergoeding op de rekening van de familie te storten.

Uit verdere analyse van de mensenrechteninstelling bleek duidelijk dat ’aangezien de maatschappij onvoldoende hulp had verleende aan een persoon met een fysieke handicap, er sprake was van discriminatie vanwege iemands handicap’.