[OPINIE] Homohaat in al zijn vormen.

31 juli 2012
Discriminatiegrond: Seksuele geaardheid

gepubliceerd in DeMorgen op 31/07/2012

‘GOED ZO: maak ze allemaal maar af’; wat later gevolgd door ‘Ik zal de zitting bijwonen om hem een applaus te geven.’ Dat schreef een zekere A.K de voorbije week op de Facebookpagina van De Morgen als commentaar op het artikel 'Homo brutaal vermoord met hamer in Luiks park'. Het stond er maar heel even, want het werd meteen verwijderd en de persoon geblokkeerd: een pluim voor De Morgen.

Ja, sommigen zijn blijkbaar écht niet mee, en menen bovendien dat ze zonder enig probleem geweld kunnen verdedigen. A.K. is niet alleen: in 2012 kreeg het Centrum al 32 meldingen over homofobe uitspraken, waarvan 11 op Facebook. Daarnaast zijn er meldingen over homofobe muziekteksten en optredens; over uitspraken op internetfora, en ook de Eerste Minister blijft een dankbare aanleiding om homohaat te spuien.

Die internetgebruikers vinden dat homoseksualiteit nog teveel aandacht krijgt in de media. Zelfs in geval van moord of andere zware gewelddaden vinden zij dat media moeten zwijgen als het om holebi’s gaat, omdat zij zélf dat geweld provoceren, en dat het gedaan moet zijn met rechten toekennen en ‘pamperen’. Het wordt tijd om op te treden tegen de ‘homo-overlast’ in parken en om homo’s te concentreren in een soort eigen leefruimte (waar hebben we dat nog gehoord?). De strafverzwaring voor een haatmisdrijf is volgens hen het ultieme bewijs van een verkeerde aanpak.

In het Jaarverslag 2010 van het Centrum wezen we er al op dat in dit land, ondanks de wettelijke gelijkschakeling van holebi’s met hetero’s, er een serieuze onderstroom blijft van ‘heteronormativiteit’ en ‘homonegativiteit’. Voor sommigen vormt een bericht over homofoob geweld een aanleiding om opnieuw met allerlei nepargumenten een achterhoedegevecht te voeren tegen ‘de decadente beschaving’ met zijn gelijkberechtiging. Voor hen is hetero ‘normaal’ en ’gezond’, en moet elke mens ook hetero zijn. Wie dat niet is, die is ‘abnormaal’, ‘ziek’, …, en wordt op de koop toe geassocieerd met pedofielen en verkrachters. Er is geen ‘monopolie’ is op dit soort denken: de referenties naar het Concilie van Trente laten enigszins vermoeden dat het niet enkel een minderheid van de allochtonen is die homofoob is!

Wat moeten we doen? Preventief werken moet altijd de eerste zorg zijn. Op de werkvloer, in verenigingen, in het onderwijs, … moet er dag in, dag uit gewerkt worden aan het ‘normaliseren’ van homoseksualiteit, van koppels van het hetzelfde geslacht, van het ingaan tegen stereotype man-vrouwrollen die immers zéér sterk verbonden zijn met seksuele geaardheid. Daarin is nog een lange weg te gaan, en net daarom valt er geen tijd te verliezen.

Een goed gedoseerd en transparant repressief optreden is complementair aan die preventieve werking. Sinds 2003 verbiedt de wet discriminatie, haatboodschappen en haatmisdrijven op grond van seksuele geaardheid. Ten eerste discriminatie: iemand uitsluiten omwille van zijn of haar seksuele geaardheid is sinds 2003 bij wet verboden. Wie zoals een zekere D.D. op internet openlijk aankondigt geen homokoppels in zijn B&B te willen, die discrimineert, want zeggen dat men zal discrimineren IS discrimineren. Wie openlijk zou stellen dat heterokoppels niet welkom zijn wacht overigens hetzelfde lot: de wet beschermt élke seksuele geaardheid, dus evengoed hetero’s.

Ten tweede haatboodschappen: wie zoals A.K. aanzet tot haat, geweld of discriminatie op grond van seksuele geaardheid, pleegt een inbreuk op de strafwet. Ten derde haatmisdrijven: wie een misdrijf pleegt zoals geweld, inbraak of moord met een zgn. ‘verwerpelijke beweegreden’, dus ingegeven door haat, riskeert een strafverzwaring. Opnieuw: geweld tegen een hetero omdat die hetero is, is even strafbaar: de strafwet beschermt élke burger op voet van gelijkheid. Waarom is er dan strafverzwaring als er haat in het spel is? Omdat de impact van haatmisdrijven veel groter is dan bij diezelfde misdrijven zonder haatmotief. De impact op het slachtoffer enerzijds, dat geweld ondergaat louter op basis van wat men is, niet op basis van één of andere daad. De impact op de samenleving anderzijds: elk haatmisdrijf is een aanslag op de samenleving zélf, want zonder het vertrouwen dat men veilig op straat kan komen is samenleven niet mogelijk.

Het is tenslotte een opdracht voor elk van ons, elk op zijn of haar eigen plek, om altijd weer ‘neen’ te zeggen aan elke vorm van discriminatie en haat.

Jozef De Witte