Reactie VOLT-uitzending: leeftijdsdiscriminatie in de uitzendsector

22 maart 2012
Actiedomein: Werk
Discriminatiegrond: Leeftijd

Vijf op de tien geteste interimkantoren maken er geen probleem van om op vraag van een klant geen 50-plussers te selecteren voor een interim-opdracht. Dat blijkt vandaag uit een nieuwe undercoverreportage van het VRT-programma VOLT. Het Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding (verder: het Centrum) veroordeelt scherp deze praktijken van leeftijdsdiscriminatie en roept de interimsector en de overheid op om discriminerende bedrijven hard aan te pakken.

Het is opnieuw het VRT-programma VOLT dat aan de alarmbel trekt met de uitzending van woensdag 21 maart. Voor deze uitzending deed het VRT-programma undercover een steekproef bij tien interimkantoren. De helft daarvan ging zonder problemen in op de discriminatoire opdracht van de zogenaamde kandidaat-werkgever om enkel jong en dynamisch personeel te selecteren. Zelfs de expliciete vraag om geen 50-plussers in aanmerking te nemen, werd zonder problemen aanvaard door vijf interimkantoren. Zowel het opdracht geven tot discriminatie als het weigeren van bepaalde kandidaten zonder een objectieve legitimering druist in tegen de antidiscriminatiewetgeving.

Het Centrum reageert verbolgen op het feit dat de uitzendsector nog steeds discrimineert: “Dat interim-consulenten vaak geconfronteerd worden met discriminatoire opdrachten is niet nieuw. In oktober vorig jaar werd er een cao goedgekeurd met een gedragscode voor consulenten. Die cao is een gevolg van een aanbeveling van het Centrum en kwam duidelijk in een stroomversnelling na de vorige VOLT-reportage over discriminatie in de uitzendsector. Zonder opnieuw alle interimkantoren over dezelfde kam te scheren, zou je dan toch wel denken dat de interim-sector garant zou staan voor een correcte toepassing van zijn eigen gedragscode. Dat blijkt dus helemaal niet het geval te zijn.”, reageert Jozef De Witte, directeur van het Centrum. Na de vorige VOLT-reportage gebeurde er bovendien een aangekondigde mystery shopping door Federgon waaruit bleek dat nog maar liefst 28% van de betrokken interimkantoren ingaat op discriminatoire vragen van zijn klanten.

In het kader van deze leeftijdsgebonden stereotypen heeft de Europese Unie 2012 uitgeroepen tot het Europees Jaar van Actief Ouder Worden. Deze problematiek speelt ook een evidente rol in de opdrachten van het Centrum. Uit onderzoek in opdracht van het Centrum blijkt dat negatieve stereotypen over ouderen schering en inslag zijn, waardoor zij beduidend minder kans hebben op werk. In 2011 heeft het Centrum 98 dossiers geopend over mogelijke leeftijdsdiscriminatie. Dit is nog maar het topje van de ijsberg. Bij arbeidsgerelateerde meldingen gaat het vooral over 45-plussers die gediscrimineerd worden in hun zoektocht naar een nieuwe job.

Ouderen hebben al een moeilijkere positie op de arbeidsmarkt. De vergrijzing biedt onze maatschappij niet enkel de uitdaging om ouderen langer aan het werk te houden, maar ook om hen kansen te geven om op latere leeftijd hun werk te behouden of een nieuwe baan te vinden. De Antidiscriminatiewet verbiedt iedere vorm van direct of indirect leeftijdsonderscheid dat niet kan worden gerechtvaardigd overeenkomstig de bepalingen van deze wet.

Maatschappelijk was leeftijdsdiscriminatie lange tijd geen issue, maar intussen is de rechtspraak hierover in volle ontwikkeling en zijn er ook de eerste precedenten in België. Na jarenlange bewustmaking, stapte het Centrum in 2010 voor het eerst naar de rechter voor twee manifeste gevallen van leeftijdsdiscriminatie. “Leeftijdsdiscriminatie kan iedereen treffen, jong of oud, en is als fenomeen nefast voor de hele samenleving. Dat net de uitzendsector deze discriminatie mee in de hand werkt, is onbegrijpelijk ”, besluit De Witte. De uitzendkrachten zélf hebben zelden weet van de discriminatie, omdat die zich boven hun hoofd afspeelt. Een louter reactief optreden is dus ontoereikend.

Niet alleen moet de uitzendsector het respect voor zijn eigen gedragscode afdwingen bij zijn leden, er moeten ook meer externe discriminatiecontroles komen bij zowel uitzendkantoren als bij hun klanten. Daartoe moeten de inspectiediensten efficiënte onderzoeksmethoden ontwikkelen, zoals het analyseren van statistische informatie. Buitenlandse voorbeelden tonen aan dat de wetgever kan zorgen dat inspectiediensten zélf steekproeven kunnen organiseren.