Arbeidshof Brussel (Nederlandstalig), 22 augustus 2017
Een arbeider van de technische dienst van een OCMW, tewerkgesteld in contractueel verband, nam deel aan een selectieproef om diezelfde job in statutair verband te kunnen uitoefenen. Hij kreeg de job niet en diende daarop een klacht in, omdat hij vermoedde dat er fraude bij het examen was geweest.
In 2007 werd een eerste oproep voor de statutaire functie gelanceerd, maar het aanwervingsexamen ging uiteindelijk niet door. In 2008 werd de oproep opnieuw gelanceerd. Bij dit examen kwam een nieuwe kandidaat als beste uit de proef. Deze kandidaat was de zoon van een bestuurslid van de lokale afdeling van een Belgische politieke partij. Na een klacht schorste de provinciegouverneur de benoeming van deze nieuwe kandidaat, onder meer omwille van een gebrekkige motivering.
In 2010 werd er opnieuw een aanwervingsexamen georganiseerd voor dezelfde functie en kwam dezelfde kandidaat als beste uit de proef. De provinciegouverneur schorste opnieuw de benoeming van deze nieuwe kandidaat na een nieuwe klacht. Deze keer handhaafde het OCMW echter zijn beslissing. Daarop vernietigde de bevoegde Vlaamse minister de beslissing, onder meer op grond van sterke aanwijzingen van politieke inmenging.
Criterium : politieke overtuiging / geboorte
Datum : 22 augustus 2017
Instantie : Arbeidshof Brussel
Beslissing:
Het Arbeidshof meent dat er waarschijnlijk wel sprake is van vriendjespolitiek, maar niet van discriminatie op grond van politieke overtuiging.
Afgekort: A’Hof Brussel, 22-08-2017
Downloads
Vergelijkbare rechtspraak Arbeidshof Brussel (Nederlandstalig), 22 augustus 2017
Rechtspraak over racistische en andere haatdragende uitlatingen op het werk: analyse van juni 2024
Arbeidshof Luik, afdeling Luik, 28 november 2023
Het arbeidshof bevestigt een vonnis van de arbeidsrechtbank. Het ontslag, omwille van organisatorische problemen, van een vrouw – die sinds juni 2016 quasi de hele tijd afwezig was wegens ziekte –was gerechtvaardigd.
Arbeidsrechtbank Luik, afdeling Luik, 22 januari 2024
Het ontslag van een man die werkte voor een huisvestingsmaatschappij was niet discriminatoir, maar het gevolg van een reeks functioneringsproblemen.