Arbeidshof Brussel (Franstalig), 20 maart 2024

20 maart 2024
Actiedomein: Werk
Discriminatiegrond: Andere gronden
Gerechtelijk arrondissement: Brussel
Rechtsmacht: Arbeidshof

Een vrouw is een tijdje werkonbekwaam na een chirurgische ingreep. Ze heeft een afwezigheidsattest, maar hervat het werk niet na het verstrijken van de einddatum die op het afwezigheidsattest vermeld staat. De werkgever ontslaat haar vervolgens om dringende reden. Het arbeidshof oordeelt dat het ontslag niet discriminatoir is (op basis van de gezondheidstoestand).

Datum : 20 maart 2024

Instantie : arbeidshof Brussel

Criterium : gezondheidstoestand

Actiedomein : werk

Feiten   

Een vrouw werd op 25 september 2019 werkonbekwaam na een chirurgische ingreep. Op 24 december 2019 stuurde ze een e-mail aan haar werkgever waarin stond dat ze op 6 januari 2020 het werk zou hervatten. Het lukt evenwel niet om het werk te hervatten en op 7 januari 2020 stuurde de vrouw een afwezigheidsattest dat geldig was tot 7 februari 2020.

Tijdens een contact met de arbeidsinspectie, had de vrouw vernomen dat de werkgever op 27 december 2019 een Dimona-out had ingevoerd (waarin stond dat het arbeidscontract zou worden stopgezet op 6 januari 2020). De werkgever verklaarde dat het om een vergissing ging van het sociaal secretariaat.

Begin maart 2020 maande de werkgever de vrouw enkele malen aan om het werk te hervatten, maar ze reageerde niet en stuurde ook geen nieuw afwezigheidsattest. Op 18 maart 2020 werd de vrouw ontslagen om dringende reden. Ze meende dat ze werd gediscrimineerd op basis van haar gezondheidstoestand.

Beslissing

Het arbeidshof oordeelde dat de vrouw nooit formeel was ontslagen. De Dimona-out was geen formeel ontslag. Als ze geen contact zou hebben gehad met arbeidsinspectie, zou ze daarvan ook niet op de hoogte zijn geweest. Ze was dus onrechtmatig afwezig vanaf 7 februari 2020 en het ontslag om dringende reden was gegrond.

Het arbeidshof oordeelde dat het ontslag niet discriminatoir was. Het feit dat een Dimona-out (foutief) was geregistreerd vormde geen vermoeden van discriminatie. De vrouw had haar afwezigheid vanaf 7 februari 2020 niet gestaafd. Het ontslag was gebaseerd op haar gedrag, niet op haar gezondheidstoestand.

Unia was geen betrokken partij.

Afgekort: Arbh. Brussel (Fr.), 20-3-2024 – rolnummer 2022/AB/371