Correctionele rechtbank Luik, afdeling Luik, 17 december 2021

17 december 2021
Actiedomein: Samenleving
Discriminatiegrond: Racisme
Gerechtelijk arrondissement: Luik

Het slachtoffer kreeg op straat een messteek in het aangezicht door iemand die hij niet kende. De beklaagde verklaarde dat enkele dagen voordien zijn gsm was gestolen door een ‘Arabier’ en dat hij zich daarvoor wilde wreken.

Datum: 17 december 2021

Instantie: Correctionele rechtbank Luik, afdeling Luik

Criterium: racisme

De feiten

De beklaagde verklaarde aan de politie dat hij het slachtoffer had uitgekozen omdat hij goed gekleed was en er uitzag als een ‘dealer’. Aan de politie zei de beklaagde dat “dit ras moet worden uitgeroeid”. De beklaagde verklaarde eveneens dat hij onder invloed was van alcohol en antidepressiva en in een soort van psychose verkeerde.

Juridische kwalificatie  

Het openbaar ministerie had de beklaagde vervolgd voor de volgende tenlasteleggingen:  

  • Poging tot doodslag (art. 392 en 393 Sw.) met haatmotief (art. 405quater Sw.);
  • Inbreuken op de Wapenwet (art. 19 7°, 23 en 26 Wapenwet).

Beslissing 

De correctionele rechtbank herkwalificeerde de eerste tenlastelegging in opzettelijke slagen en verwondingen en achtte het haatmotief bewezen. De beklaagde werd voor beide tenlasteleggingen veroordeeld tot een gevangenisstraf van 18 maanden en een geldboete van 1600 euro.

Unia was geen betrokken partij.

Afgekort: Corr.rb.Luik, afd.Luik, 17-12-2021