Discriminatie op grond van seksuele geaardheid: de cijfers van 2012

13 maart 2013
Discriminatiegrond: Seksuele geaardheid

Vandaag publiceert het Centrum zijn jaarcijfers over discriminatie op grond van seksuele geaardheid. In 2012 registreerde het Centrum 1315 dossiers van mogelijke discriminatiefeiten, waarvan 82 (6,2%) met betrekking tot seksuele geaardheid. Hoewel dit cijfer vergelijkbaar is met dat van 2011 (89 dossiers), stelt het Centrum een duidelijk merkbare stijging vast van de dossiers over (soms extreem) homofoob geweld.

Van die 82 dossiers over seksuele geaardheid waren er 13 dossiers over fysieke agressie (waaronder 1 binnen de onderwijscontext en 1 over politiegeweld) en ongeveer 40 dossiers over pesterijen (in de buurt, op het werk, …) en (publieke) haatboodschappen.

In de andere dossiers was er sprake van mogelijke discriminatie op grond van seksuele geaardheid in het kader van de arbeidsbetrekkingen of bij de toegang tot bijvoorbeeld huisvesting. Tot slot wordt het Centrum geregeld geraadpleegd over zwangerschap en adoptie bij koppels van hetzelfde geslacht.

Algemeen beschouwd stelde het Centrum in bijna twee derde van de dossiers over seksuele geaardheid een homofobe dimensie vast, met andere woorden vooroordelen, haat of misprijzen ten aanzien van holebi’s (maar in feite haast uitsluitend tegen homoseksuele mannen). In 60% van die dossiers waren de feiten volgens het Centrum ook in strijd met de Antidiscriminatiewet.

Uit de cijfers van het Centrum blijkt dat lesbische vrouwen (nog) minder dan andere kwetsbare groepen gevallen van discriminatie aangeven. Ook het aantal geregistreerde gevallen van homofobe agressie tegenover vrouwen is klein. Een mogelijke reden daarvoor is dat geweld tegen lesbische vrouwen vaak de vorm aanneemt van seksueel geweld. Die misdaden worden dan als dusdanig geregistreerd, zonder dat de homofobe dimensie wordt onthouden.

Momenteel is er echter geen betrouwbaar cijfermateriaal voorhanden om te kunnen zeggen of het aantal gevallen van homofobe agressie al dan niet toeneemt. De media hadden veel aandacht voor dat fenomeen na de homofobe moorden in 2012. Mogelijk hebben de slachtoffers dankzij die verhoogde aandacht gemakkelijker de weg naar het Centrum of de politie gevonden. In het algemeen zijn geweld en discriminatie ingegeven door homofobe motieven ondergerapporteerd, onder meer vanwege psychologische argumenten (weigering van victimisatie, schaamte, angst voor een coming-out …).