Handicap: onderwijs en toegankelijkheid baren grote zorgen

28 april 2015
Discriminatiegrond: Handicap

Handicap is één van de discriminatiegronden waarover het Interfederaal Gelijkekansencentrum in 2014 de meeste meldingen heeft gekregen. Het Centrum ontving vorig jaar 726 meldingen die te maken hebben met handicap en er werden 372 dossiers geopend.

In vergelijking met de 286 dossiers in 2013 is dat een stijging met 30%. Handicap vormt zo, na de zogenaamde raciale criteria, het criterium met het tweede grootste aantal meldingen.

De behandelde dossiers gingen hoofdzakelijk over personen met een fysieke handicap of over rolstoelgebruikers (43% van de dossiers). Daarna kwamen de personen met een zintuiglijke beperking  (zicht, gehoor) met 21% van de dossiers. Vervolgens de meldingen van personen met een mentale beperking of psychische problemen (15% van de dossiers). 

Het is vooral de sector van goederen en diensten waar zich de meeste problemen voordoen (32% van de dossiers), gevolgd door onderwijs (22% van de dossiers) en werk (18% van de dossiers).

De cijfers laten toe om al zeker twee vaststellingen te maken: enerzijds blijft de vraag naar de toegankelijkheid centraal staan; anderzijds blijft het onderwijs een gevoelig thema.

In oktober 2014 organiseerde het Centrum een Consultatie van personen met een handicap over hun grondrechten. Ook toen bleek dat de belangrijkste bezorgdheid die door de deelnemers werd geformuleerd te maken had met het gebrek aan een toegankelijke omgeving in het algemeen (fysieke toegankelijkheid, maar ook toegankelijke communicatie, informatie…). 

Ook in 2014 zette het Centrum zijn werk rond inclusief onderwijs verder. Leerlingen met een handicap worden bijna systematisch naar een niet-inclusief, gesegregeerd onderwijssysteem georiënteerd. In de loop van het jaar 2014 had 20% van de meldingen over handicap, te maken met onderwijs en 56,5% van hen betroffen een weigering tot of een gebrek aan redelijke aanpassingen.

Reeds in 2013 publiceerde het Centrum de wijd verspreidde brochure ‘Met een handicap naar de school van jouw keuze’, over de vraag naar redelijke aanpassingen. Een jaar later verscheen het eerste evaluatierapport over België, geschreven door het Comité van de Verenigde Naties inzake de rechten van personen met een handicap, gestoffeerd door het parallel rapport van het Centrum. In dat evaluatierapport drukte het Comité zijn bezorgdheid uit over het “aantal leerlingen met een handicap dat verwezen wordt naar het buitengewoon onderwijs en verplicht wordt om daar les te volgen, omdat er een gebrek is aan redelijke aanpassingen in het gewone onderwijssysteem.” 

In Vlaanderen volgen 15.000 leerlingen met een handicap gewoon onderwijs tegenover 51.000 in het buitengewoon onderwijs. Aan Franstalige kant blijft de aanwezigheid van kinderen met een handicap in het gewone onderwijs een uitzondering, ondanks een blijvende vooruitgang van individuele integratie. Nauwelijks 2.400 leerlingen (6%) met een handicap zitten in het gewoon onderwijs tegenover 35.421 in het buitengewoon onderwijs. Wat de toegankelijkheid van de scholen betreft, is de situatie niet beter. In Vlaanderen is drie op de tien schoolgebouwen toegankelijk, in de Franse Gemeenschap nauwelijks één op de tien. 

Het Centrum zal ook in 2015 verder werken rond inclusief onderwijs. Zo schreef het dit jaar reeds een Amicus Curiae gericht aan het Europees Comité voor Sociale Rechten (Straatsburg). Daarin gaf het een stand van zaken over de situatie van het inclusief onderwijs in de Vlaamse Gemeenschap. Aan het VN-Comité inzake de rechten van personen met een handicap bezorgde het Centrum vorig jaar een schriftelijke bijdrage over de implementatie van het inclusief onderwijs in België. In een nota, tenslotte, gericht aan het kabinet van de minister van Onderwijs van de Franse Gemeenschap, werden de principes met betrekking tot de grondrechten van leerlingen met een handicap voorgesteld. Zo konden de opstellers van het « Pacte pour un enseignement d’Excellence » hun reflecties en acties daaraan toetsen. 

Op te merken valt dat er in het Jaarverslag 2014 ook sprake is van dossiers over ‘gezondheidstoestand’ (63 dossiers in 2014). In tegenstelling tot een handicap, verwijst het begrip ‘gezondheidstoestand’ naar een situatie van korte of middellange duur, waarvan een herstel binnen een redelijke termijn te verwachten is (bijvoorbeeld een gebroken been). Om die reden, en omdat het wettelijk beschermingsmechanisme niet hetzelfde is (zo is er geen verplichting tot redelijke aanpassingen), worden de dossiers over ‘gezondheidstoestand’ apart ingedeeld. 

Cijfers op komst

In aanloop naar de publicatie van zijn jaarverslag in mei 2015 zal het Centrum regelmatig de belangrijkste cijfers voor het jaar 2014 op zijn website publiceren. De cijfers over antisemitisme zijn de eerste in die reeks.

Vergelijkbare artikels

7 mei 2024

Europese richtlijn om burgers beter te beschermen tegen discriminatie

Unia is zeer verheugd over de goedkeuring van de richtlijn over normen voor "organen voor gelijke behandeling" door de Raad van de Europese Unie op 7 mei, onder Belgisch voorzitterschap. Dit is een belangrijke richtlijn in de huidige politieke context, omdat ze normen vastlegt om de onafhankelijkheid van gelijkheidsorganen zoals Unia te garanderen, hen te voorzien van voldoende middelen en hun mandaat en bevoegdheden te versterken.