Recht op zelfstandig wonen en deel uitmaken van de samenleving

Het VN-Comité voor de Rechten van Personen met een Handicap formuleerde specifieke richtlijnen over de inhoud en toepassing van artikel 19 van het VN-verdrag voor de Rechten van Personen met een Handicap. Het Comité schreef haar richtlijnen in General Comment no. 5. Unia vertaalde ze in twee overzichtelijk teksten: een langere versie en een kortere, makkelijk te lezen versie.

Artikel 19 VN-verdrag: Wat betekent het recht op zelfstandig wonen en inclusie in de samenleving ?

Het VN-verdrag zegt dat personen met een handicap dezelfde rechten hebben als iedere andere persoon. Rechten zoals zelfstandig wonen en deel uitmaken van de samenleving. Toch ondervinden veel personen met een handicap tot vandaag discriminatie en worden hun rechten beperkt.

Zo hebben ze sinds lange tijd geen keuze en controle over hun eigen leven. Er wordt dikwijls vanuit gegaan dat ze niet in staat zijn om zelfstandig te wonen op een plaats die ze zelf kiezen. Die (stereotype) redenering zorgt ervoor dat de overheid vooral investeert in instellingen voor personen met een handicap, en niet in maatschappelijke diensten ter ondersteuning. De negatieve effecten hiervan leiden tot segregatie, verwaarlozing, afhankelijkheid van familie, beperkte vrijheid, soms ook mishandeling en isolement.

Het belang van artikel 19 voor zelfstandig leven

Personen met een handicap en de organisaties die hen vertegenwoordigen hebben er daarom voor gezorgd dat artikel 19 werd opgenomen in het VN-verdrag. Het artikel 19 gaat over twee essentiële zaken voor personen met een handicap:

  • het recht op zelfstandig wonen
  • het recht om deel uit te maken van de samenleving

Als we die twee aspecten samen benoemen, dan hebben we het over zelfstandig leven.

Om deze rechten te garanderen, dienen een aantal voorwaarden vervuld te zijn:

  • personen met een handicap moeten de kans hebben, op voet van gelijkheid met anderen, vrij hun verblijfplaats te kiezen, alsook waar en met wie zij leven, en niet verplicht zijn te leven in een bepaalde leef of woonstructuur;
  • personen met een handicap moeten toegang hebben tot een reeks van thuis, residentiële en andere ondersteunende diensten in de maatschappij, waaronder persoonlijke assistentie. Die is noodzakelijk om het zelfstandig wonen en deelname aan de maatschappij te ondersteunen en isolatie of uitsluiting te voorkomen;
  • sociale diensten en faciliteiten voor het algemene publiek moeten op voet van gelijkheid beschikbaar zijn voor personen met een handicap en beantwoorden aan hun behoeften.

In onze teksten lees je meer over de betekenis van het recht op zelfstandig leven, wat de voorwaarden zijn en de rol van de bevoegde overheden om dit recht te garanderen voor personen met een handicap.