Het Koninklijk Besluit van 19 november 1998 over de verloven en de afwezigheden voorziet de mogelijkheid voor ambtenaren om minder te werken als ze door een chronische ziekte getroffen zijn of langdurig ziek zijn.

In een jobaanbieding voor een postdoctoraat was een leeftijdsgrens van 32 jaar opgenomen. Na tussenkomst van het Centrum werd deze discriminerende vermelding vervangen door een meer adequate omschrijving van de professionele vereisten voor de job.

Een dame had voor de maand september een studentencontract als poetsvrouw ondertekend, via een dienstenbedrijf. Toen ze aankwam in de overheidsinstelling waar ze aan de slag moest, riep een werknemer haar bij zich. Hij gebood haar onmiddellijk haar hoofddoek af te nemen als ze het gebouw wilde betreden en haar job wilde uitoefenen.

Een jongeman solliciteerde bij de politie. Hij haalde goede resultaten op de lichamelijke en psychologische proeven, maar werd door de gevolgen van een medische ingreep aan zijn blaas medisch ongeschikt bevonden.

Een dame was al drie jaar het slachtoffer van racistische pesterijen door haar directe overste en diende een formele klacht in bij de externe preventieadviseur. Die stelde vast dat er inderdaad sprake was van racisme. Op vraag van het slachtoffer trad het Centrum in contact met het bedrijf, dat de overste uiteindelijk berispte en het slachtoffer een schadevergoeding van drie maanden brutoloon betaalde.

Een man ziet zijn aanvraag voor een schuldsaldoverzekering geweigerd wegens medische redenen. In 1999 kreeg hij namelijk dikkedarmkanker. Deze werd echter onmiddellijk behandeld. De man ondervond geen medische problemen achteraf. Zijn behandelende arts verklaarde hem genezen na 6 jaar. Bovendien bleek uit wetenschappelijk materiaal dat de kans dat hij opnieuw ziek zou worden, heel klein is. Zijn kans op herval was bijna even groot als de kans die de gemiddelde Belg heeft om met kanker gediagnosticeerd te worden voor de eerste keer.

Een man van 57 jaar solliciteerde voor een arbeidsfunctie bij een middelgrote onderneming. Hij werd niet aangenomen omdat de zaakvoerder voorkeur gaf aan een jongere kandidaat. Het Centrum ging in dialoog met de werkgever, die zich blijkbaar had laten leiden door de veronderstelling dat een oudere werknemer niet fysiek geschikt zou zijn of minder zekerheid zou bieden voor wat betreft de continuïteit in het magazijn.

Hoewel de directrice van een Waals atheneum voordien altijd had toegestaan dat een schoonmaakster een hoofddoek droeg, wijzigde ze haar houding en dreigde ze met ontslag indien de schoonmaakster weigerde haar hoofddoek af te nemen. Ze werd ook verplicht om via de kelder naar haar werk te gaan (ze werkte van 16.30 tot 19 uur en kon in contact komen met leerlingen).

Omdat de handicap van een slechthorende gemeenteambtenaar erger was geworden en hij problemen had bij het uitvoeren van zijn taken bij de gemeente, vroeg hij om aanpassingen. Die werden echter geweigerd.

Een persoon die werkte als bewaker van een parking, was het slachtoffer van een arbeidsongeval, waarop de werkgever besliste om zijn contract stop te zetten. De werkgever was van oordeel dat de werknemer niet meer in staat was om taken uit te voeren die essentieel waren voor zijn functie. Hij zette de overeenkomst echter stop zonder eerst eventuele aanpassingen van de werkplek of een eventuele toewijzing van een andere betrekking te overwegen.