Bad vervangen door douche in sociale woning

28 november 2019
Actiedomein: Huisvesting
Discriminatiegrond: Handicap

Een moeder wil dat haar dochter, die een handicap heeft, zich gemakkelijk kan wassen. Daarom vraagt ze om het bad in hun woning te vervangen door een douche. De huisvestingsmaatschappij aanvaardt, op drie voorwaarden.

De dochter heeft het syndroom van Down, waardoor ze zich gemakkelijker in een douche kan wassen dan in een bad. Ze woont samen met haar mama in een appartement dat het eigendom is van een openbare huisvestingsmaatschappij.

De moeder vraagt aan die maatschappij of het bad in de sociale woning kan vervangen worden door een douche. Die weigert in eerste instantie, en gebruikt daarvoor deze argumenten:

  • De moeder wist al voor ze het appartement betrok dat het een badkamer met aan bad had.
  • Het gaat om een woning van meer dan 3 kamers, het zogenaamde gezinstype. Omdat een bad vaak gemakkelijker is voor gezinnen dan een douche, moet het bad blijven staan.

Unia regelt een bijeenkomst met het management en de technische en sociale dienst van de huisvestingsmaatschappij. Tijdens deze bijeenkomst lichten we de antidiscriminatiewetgeving en het recht op redelijke aanpassingen toe. De huisvestingsmaatschappij stemt uiteindelijk in om de douche te installeren, op drie voorwaarden:

  • de installatie van de douche moet beantwoorden aan de specifieke behoeften van het meisje;
  • AViQ (het Waals Agentschap voor Levenskwaliteit) moet de douche installeren ;
  • de moeder moet opnieuw een bad installeren als ze het appartement verlaat.

Meer weten?