De klant bleef naar de sportwinkel komen omdat zijn kinderen er graag winkelen, maar voelde telkens dat hij achterdochtig bekeken werd en extra gecontroleerd. Toen hij een keer zonder aankoop de winkel verliet, kwam de gepensioneerde vader van de zaakvoerder achter hem aan en vroeg hij waarom hij niets had gekocht. De klant antwoordde dat hij niets naar zijn zin had gevonden, en vroeg of dat een probleem was. De vader antwoordde: ‘dan moet je hier niet meer komen, er wordt te vaak gestolen!’.

De klant klopte aan bij Unia. Hij melde dat ook de zaakvoerder zelf en zijn vrouw de discussie hadden gehoord, maar dat niemand tussenbeide kwam. De melder voelde zich door deze situatie geraakt, vooral omdat zijn kinderen erbij waren.

Bemiddelingsgesprek

Het lokaal contactpunt van Unia nam eerst contact op met de zaakvoerder om het verhaal te verifiëren. De echtgenote van de zaakvoerder bevestigde telefonisch het controlebeleid van de sportwinkel. Ze zei dat allochtonen veel meer stelen, en dat de winkel dit dus wel moest doen, om niet failliet te gaan. Tijdens het uitgebreide gesprek zei ze ook dat ze dacht dat haar man niet bereid zou zijn om in gesprek te gaan.

Wanneer we de zaakvoerder contacteerden, was hij wel bereid tot een bemiddelingsgesprek waarbij ze allebei hun kant van het verhaal zouden vertellen. Dit gesprek verliep constructief. De zaakvoerder bood in de plaats van zijn vader zijn verontschuldigingen aan, toonde begrip voor de kant van de klant en heette de klant weer welkom in de sportwinkel. Ook de klant was tevreden met het gesprek.

Meer weten?

• Lees meer over racisme als discriminatiegrond. 
• Zelf een gelijkaardige situatie meegemaakt? Meld het bij Unia.