Arbeidsrechtbank Luik, afdeling Luik, 1 juni 2023

1 juni 2023
Actiedomein: Werk
Discriminatiegrond: Andere gronden
Gerechtelijk arrondissement: Luik
Rechtsmacht: Arbeidsrechtbank

Een man werd ontslagen omdat zijn werkgever niet geloofde dat zijn afwezigheid medisch gerechtvaardigd was. De arbeidsrechtbank oordeelt dat het ontslag discriminatoir was.

Datum: 1 juni 2023

Instantie: arbeidsrechtbank Luik, afdeling Luik

Criterium: gezondheidstoestand

Domein: arbeid

De feiten 

Na een arbeidsongeval was een man afwezig op het werk vanaf augustus 2020. Eind februari 2021 werd hij ontslagen. Hij meende dat het ontslag discriminatoir was (op grond van zijn gezondheidstoestand).

Beslissing

De arbeidsrechtbank oordeelde dat er een vermoeden was van discriminatie. Dat vermoeden kon worden afgeleid uit de verklaringen van de werkgever en uit het samenvallen in de tijd van de arbeidsongeschiktheid en het ontslag.  De werkgever had bijvoorbeeld verwezen naar het feit dat de man regelmatig van arts wisselde en had twijfels geuit over het waarheidsgehalte van de redenen die werden vermeld in de medische getuigschriften. De werkgever had ook aan de werknemer gevraagd om zich aan te melden om zijn capaciteit om het werk te kunnen hervatten te evalueren.

Het was volgens de arbeidsrechtbank dan ook duidelijk dat de man werd ontslagen omdat de werkgever niet geloofde dat zijn afwezigheid medisch gerechtvaardigd was.

De werkgever kon het vermoeden van discriminatie op grond van de gezondheidstoestand niet weerleggen door aan te tonen dat het ontslag een gepaste en noodzakelijke maatregel was om de organisatie van het werk in de onderneming niet te verstoren.

De man kreeg de wettelijke schadevergoeding van zes maanden brutoloon.

Unia was geen betrokken partij.

Afgekort: Arbrb. Luik, afd. Luik 1-6-2023 - rolnummer 22/233/A