Datum: 5 september 2022

Instantie: correctionele rechtbank Namen, afdeling Namen

Criterium: racisme

De feiten  

Een vijftienjarige jongen heeft een relatie met een meisje van Tsjetsjeense origine. Hij wordt benaderd door twee mannen van Tsjetsjeense origine die hem verplichten om zijn smartphone af te geven. Zij willen de berichten nagaan die hij met het meisje heeft uitgewisseld. Ze zeggen dat het in hun cultuur verboden is om met een meisje te spreken, maar niet als men de intentie heeft om ermee te huwen.

Later wordt de jongen meegevoerd naar een park waar hij zwaar wordt toegetakeld door verschillende personen. Drie verdachten zijn meerderjarig en moeten zich verantwoorden voor de correctionele rechtbank.

Juridische kwalificatie  

Het openbaar ministerie had de beklaagden vervolgd voor de volgende tenlasteleggingen:  

• Afpersing gepleegd door middel van geweld of bedreiging (art. 470 Strafwetboek). 
• Opzettelijke slagen en verwondingen met haatmotief (art.398 en 405quater Strafwetboek).

Unia was geen betrokken partij.

Beslissing 

De correctionele rechtbank oordeelt dat de verschillende tenlasteleggingen zijn bewezen. Gelet op de waarschuwing die na de aanval werd geuit, vindt de rechtbank dat er sprake is van een haatmotief als verzwarende omstandigheid. 

De correctionele rechtbank veroordeelt de beklaagden tot respectievelijk 10, 7 en 8 jaar gevangenisstraf. 

De advocaten van de beklaagden hebben aangekondigd dat ze in hoger beroep gaan.

Aandachtspunt

Dit vonnis vormt een eerder uitzonderlijke toepassing van een haatmotief als verzwarende omstandigheid in de context van een liefdesrelatie tussen personen uit verschillende gemeenschappen. De rechtbank stelt vast dat sociale druk niet mag belemmeren dat een persoon voor een relatie kiest die iemand zelf wenst aan te gaan.

Afgekort: Corr. Namen, afd. Namen, 5-09-2022