De 11 verdachten worden ook vervolgd voor inbreuken op artikel 1 van de antiracismewet. “Door het jagen in groep op en het toedienen van slagen en verwondingen aan diverse personen van Turkse nationaliteit, evenals het massaal roepen van slogans als “die Turkey die” en “Turkse hoeren” wordt duidelijk aangezet tot een algemene houding van discriminatie, haat en geweld. Diverse beklaagden verklaarden ook zelf aan de feiten te hebben deelgenomen omdat zij zich ‘meegesleurd’ voelden met de groep. Zij dienen echter te beseffen dat zij juist doordat zij zelf actief mee de feiten zijn beginnen plegen, op hun beurt anderen hebben aangezet om dergelijke feiten te plegen.

De rechtbank is ook van oordeel dat “de feiten getuigen van een gebrek aan elk respect voor de Turkse supporter, meer nog, voor de medemens in het algemeen. Elke beklaagde die aan de feiten heeft deelgenomen, ongeacht wat zijn aandeel was, dient te beseffen dat hij medeverantwoordelijk is voor de trauma's die zij minstens bij de slachtoffers hebben veroorzaakt. Zij zijn het ook die door hun baldadig gedrag de voetbalsport en de andere voetbalsupporters in een slecht daglicht plaatsen.”

Aangezien de feiten uitermate schokkend zijn en onder geen beding maatschappelijk aanvaard kunnen worden, spreekt de rechtbank relatief strenge straffen uit: 1 verdachte krijgt twee jaar effectieve celstraf, 1 word vrijgesproken en de 9 andere verdachten krijgen voorwaardelijke gevangenisstraffen tussen twee jaar en 15 maanden cel. Daarnaast krijgen ze ook een stadionverbod van één of twee jaar en een effectieve boete tussen 500 en 1.250 euro. De 3 geïdentificeerde slachtoffers kregen in totaal 8.000 euro schadevergoeding, aan het Centrum werd 1.250 euro toegekend.