Artikel 9: toegankelijkheid

Teneinde personen met een handicap in staat te stellen zelfstandig te leven en volledig deel te nemen aan alle facetten van het leven, nemen de Staten die Partij zijn passende maatregelen om personen met een handicap op voet van gelijkheid met anderen de toegang te garanderen tot de fysieke omgeving, tot vervoer, informatie en communicatie, met inbegrip van informatie- en communicatietechnologieën en –systemen, en tot andere voorzieningen en diensten die openstaan voor, of verleend worden aan het publiek, in zowel stedelijke als landelijke gebieden. Deze maatregelen, die mede de identificatie en bestrijding van obstakels en drempels voor de toegankelijkheid omvatten, zijn onder andere van toepassing op:

  • gebouwen, wegen, vervoer en andere voorzieningen in gebouwen en daarbuiten, met inbegrip van scholen, huisvesting, medische voorzieningen en werkplekken;
  • informatie, communicatie en andere diensten, met inbegrip van elektronische diensten en nooddiensten.

De Staten die Partij zijn nemen tevens passende maatregelen om:

  • de tenuitvoerlegging van minimumnormen en richtlijnen voor de toegankelijkheid van faciliteiten en diensten die openstaan voor, of verleend worden aan het publiek, te ontwikkelen, af te kondigen en de toepassing ervan te controleren;
  • te waarborgen dat private instellingen die faciliteiten of diensten aanbieden die openstaan voor, of verleend worden aan het publiek, zich rekenschap geven van alle aspecten van toegankelijkheid voor personen met een handicap;
  • betrokkenen te trainen inzake kwesties op het vlak van de toegankelijkheid waarmee personen met een handicap geconfronteerd worden;
  • openbare gebouwen en andere faciliteiten te voorzien van bewegwijzering in braille en in makkelijk te lezen en te begrijpen vormen;
  • te voorzien in vormen van praktische hulp door mens of dier en in bemiddeling, waaronder begeleiders, mensen die voorlezen en professionele doventolken om de toegang tot gebouwen en andere faciliteiten, die openstaan voor het publiek te vergemakkelijken;
  • andere passende vormen van hulp en ondersteuning aan personen met een handicap te bevorderen, teneinde te waarborgen dat zij toegang hebben tot informatie;
  • de toegang voor personen met een handicap tot nieuwe informatie en communicatietechnologieën en -systemen, met inbegrip van het internet, te bevorderen;
  • het ontwerp, de ontwikkeling, productie en distributie van toegankelijke informatie- en communicatietechnologieën, en communicatiesystemen in een vroeg stadium te bevorderen, opdat deze technologieën en systemen tegen minimale kosten toegankelijk worden.”

VN-Comité voor de Rechten van Personen met een Handicap

Nyusti en Takacs v. Hongarije (2013)

In feite

Twee personen uit Hongarije met een visuele handicap brengen een zaak voor het Comité omdat ze de bankautomaten van hun bank OTP niet kunnen gebruiken. Deze bankautomaten voorzien immers noch in aanduidingen in braille, noch in audio-instructies. De jaarlijkse kosten voor diensten en transacties via de bankkaart worden hen wel aangerekend, zodat zij, die in tegenstelling tot cliënten zonder visuele beperking niet in staat zijn gebruik te maken van alle diensten, minder diensten voor dezelfde kosten ontvangen.

X v. Argentinië (2014)

In feite

Eiser X die beschuldigd wordt van misdaden tegen de mensheid kreeg een beroerte tijdens zijn periode in voorhechtenis. Als gevolg daarvan lijdt hij aan een cognitieve aandoening, een gedeeltelijk verlies van zicht en bewegingsproblemen waardoor hij een rolstoel dient te gebruiken. X haalt aan dat de omstandigheden in de gevangenis, zoals het gebrek aan toegankelijkheid, en de verplaatsing van de gevangenis naar het ziekenhuis zijn fysieke en mentale gezondheid aantasten.

F. vs. Oostenrijk (2015)

In feite

De klager is blind en hangt af van het openbaar vervoer voor zijn beroepsmatige en privé verplaatsingen. In augustus 2011 heeft Linz Linien GmbH, een maatschappij eigendom van de stad die al het openbaar vervoer in de regio beheerd, tramlijn 3 verlengd maar geen enkele halte van het verlengde stuk is uitgerust met een digitaal audio systeem.

Simon Bacher vs. Oostenrijk (2018)

In feite

Mr. Bacher was born with Down’s syndrome. He is on the autism spectrum and occasionally needs a wheelchair. He lives in the town of Vomp, in a house that his family bought in 1983. The house, and the two neighbouring houses, are only accessible by a footpath. As he grew, his parents became unable to carry him and decided to build a roof over the path to protect it from bad weather. Planning permission was granted by the local authority to build such a roof, with the agreement of the immediate neighbours. However, the owners of one of the neighbouring houses (Mr. R and his uncle) were not invited to attend the meeting. They sued the author’s parents, claiming that the roof had reduced the width of the path and that its height violated his right of way. 

Fiona Given vs. Australia (2018)

In feite

The author has cerebral palsy and, as a result, she has limited muscle control and dexterity and no speech. She argues that, in order to be able to cast an independent and secret ballot, she requires access to an electronic voting system, such as a computer-generated interface. On 7 September 2013, the author attended the Electoral Commission polling station. She was accompanied by her attendant. In the absence of an electronic voting facility, she requested the assistance of the polling booth’s presiding officer. However, the presiding officer refused the author’s request for assistance on the grounds that she was “too busy” and directed the author to obtain assistance from her attendant. 

Europees Hof voor de Rechten van de Mens

Guberina vs. Kroatië (2016)

In feite

This case concerned the complaint by the father of a severely handicapped child about the tax authorities’ failure to take account of the needs of his child when determining his eligibility for tax exemption on the purchase of property adapted to his child’s needs.