Persvrijheid en haatmisdrijven: voor een parlementair debat over artikel 150 van de Grondwet

26 augustus 2015
Actiedomein: Media/internet
Discriminatiegrond: Alle gronden
Bevoegdheidsniveau: Federaal

Artikel 150 van de Grondwet is oorspronkelijk gemaakt om de vrijheid van mening in de drukpers te beschermen: om een vermeend drukpersmisdrijf te vervolgen moest een assisenjury worden samengesteld. Een gevolg van die keuze is dat drukpersmisdrijven in de feiten bij uitzondering daadwerkelijk vervolgd werden. Om de toepassing van de antiracismewet te versterken, heeft men in 1999 artikel 150 aangepast: drukpersmisdrijven die door racisme of xenofobie ingegeven waren konden voortaan voor de strafrechtbank vervolgd worden. 

Vandaag is de situatie nog veranderd op twee belangrijke aspecten:

  • De 'antidiscriminatiewetten' hebben de antiracismewet aangevuld.
  • Internet en de sociale media maken dat de traditionele ‘drukpers’ maar één van de vele manieren is geworden om meningen publiekelijk en op grote schaal te verspreiden.

Daarom beveelt het Centrum aan om een parlementair debat te openen over de herziening van artikel 150 van de Grondwet, met als doel dit artikel te actualiseren. Zo kan een oplossing gevonden worden die toelaat om alle haatmisdrijven op dezelfde manier te vervolgen.