De Lijn veroordeeld voor discriminatie van rolstoelgebruikers

6 december 2023
Discriminatiegrond: Handicap

Na jarenlang tevergeefs vragen aan de Lijn om haar openbaar vervoer toegankelijker te maken, trokken vier rolstoelgebruikers naar de rechtbank, ondersteund door Unia. Op 5 december 2023 heeft de rechtbank van eerste aanleg van Antwerpen (afdeling Mechelen) De Lijn veroordeeld voor inbreuken op het VN-verdrag inzake de rechten van personen met een handicap en het Vlaams gelijkekansendecreet. Het vonnis is een belangrijk precedent waarmee rolstoelgebruikers betere toegankelijkheid kunnen afdwingen van De Lijn.

15 incidenten

Unia en de rolstoelgebruikers klaagden bij de rechtbank 15 incidenten aan:

  • omdat buschauffeurs haltes waar rolstoelgebruikers wachten gewoonweg niet bedienden
  • omdat bussen en trams die worden ingezet niet toegankelijk zijn
  • omdat ze niet voorzien zijn van het nodige materiaal om de oprijplaat te openen
  • of door onwil of een gebrek aan technische kennis van de chauffeurs om de rolstoelgebruikers hierbij te helpen

Patroon van ongunstige behandeling

De rechter oordeelde dat de verschillende aangeklaagde incidenten over een verloop van enkele jaren zonder twijfel wijzen op een patroon van ongunstige behandeling van deze personen. Unia en de rolstoelgebruikers maken volgens de rechter zo aannemelijk dat De Lijn te weinig heeft gedaan om de beperkende invloed van de onaangepaste omgeving op de participatie van personen met een handicap te neutraliseren. Het aantonen van een patroon van ongunstige behandeling volstaat om een vermoeden van discriminatie hard te maken. Hierdoor verschuift de bewijslast en moet de verweerder aantonen dat deze niet heeft gediscrimineerd.  

Geen redelijke aanpassingen

De Lijn slaagde er op haar beurt niet in om het vermoeden van discriminatie te weerleggen. De eerste klachten uit 2018 en 2019, zetten zich in 2022 en 2023 immers onverminderd voort en tonen zo de aanslepende ontoegankelijkheid van de dienstverlening van De Lijn aan. De rechtbank besloot dan ook dat De Lijn zich schuldig maakt aan discriminatie door te weigeren om redelijke aanpassingen door te voeren en ook omdat ze niet aangetoond heeft dat dergelijke aanpassingen buitensporige lasten voor de vervoersmaatschappij zouden inhouden.

Deelnemen aan het gewone leven

De rechter benadrukte dat rolstoelgebruikers zoals elke burger op een zo uitgebreid en comfortabel mogelijke wijze aan alle aspecten van het gewone leven moeten kunnen deelnemen, waaronder dus ook vlot gebruik kunnen maken van het openbaar vervoer.

De rechter kende de slachtoffers elk een forfaitaire schadevergoeding toe van 650 euro.

Bo Meyvaert, rolstoelgebruiker: “Dankzij de steun van Unia konden we deze juridische procedure tot een goed einde brengen. Zonder hun expertise en aanwezigheid hadden we waarschijnlijk niet zo'n beslissing kunnen krijgen. Ik hoop dat De Lijn ons nu niet langer in de kou zal laten staan.”

Els Keytsman, directeur van Unia: “Unia is tevreden dat de rechtbank de ontoegankelijkheid van het openbaar vervoer erkent als een verboden vorm van discriminatie. Het gaat niet om geïsoleerde gevallen. Het is een structureel probleem. Daarom roepen we de verschillende aanbieders van openbaar vervoer in het land op om deze uitspraak te zien als een wake-up call en sneller werk te maken van een betere toegankelijkheid van hun infrastructuur, materieel en dienstverlening.”

Procesbekwaamheid Unia

De Lijn vond dat Unia geen plaats had in deze procedure omdat zij sinds 15 maart 2023 niet langer bevoegd is om discriminaties op Vlaamse bevoegdheidsdomeinen te behandelen.

De rechter stelde echter vast de rechtsvordering voor deze  datum werd ingesteld en Unia dus zeker bevoegd was om de gediscrimineerde rolstoelgebruikers in deze procedure bij te staan.

De rechter benadrukt nog dat anders oordelen de continuïteit van de vordering ernstig in het gedrang zou brengen aangezien de  opvolger van Unia, het Vlaams Mensenrechteninstituut, niet de bevoegdheid heeft om namens slachtoffers in rechte op te treden.

Vergelijkbare artikels

6 juli 2022

Unia bezorgd over gestemde parkeerordonnantie in Brussels Parlement

Afgelopen vrijdag stemde het Brusselse Parlement een nieuwe parkeerordonnantie. In de gewijzigde tekst wordt gratis parkeren voor personen met een handicap afhankelijk gemaakt van zogenaamde ‘preregistratie’. En dat in alle gemeenten waar Parking.brussels instaat voor het toezicht en ook in andere gemeenten die hiertoe beslissen. Personen met een handicap die niet vooraf zijn ingeschreven, moeten het vaste parkeertarief betalen, zonder de mogelijkheid om dit aan te vechten en te laten annuleren.