De zomerinterviews: Evelyne Villagante

9 augustus 2013
Discriminatiegrond: Racisme

Evelyne Villagante migreerde in 1995 vanuit het Filipijnse binnenland naar België. Eerder toevallig kwam ze in contact met het Centrum, dat haar ondersteunde bij de regularisatieprocedure. Inmiddels heeft ze de Belgische nationaliteit en kon ze drie van haar kinderen naar hier halen. De hereniging met twee andere kinderen laat nog op zich wachten.

Ze blikt tevreden terug op de voorbije jaren, dankbaar in België haar plek gevonden te hebben. “Ik heb mijn kinderen achtergelaten om ze een toekomst te geven” - een getuigenis uit de publicatie '20 jaar actie. 20 standpunten' van het Centrum.

Als huishoudhulp heeft ze het geluk in Ukkel een gezin getroffen te hebben dat haar in de hele procedure onafgebroken ondersteund heeft. Maar haar uiteindelijke doel zal pas bereikt zijn wanneer ze haar hele gezin hier bij zich heeft. België is haar thuis geworden.

In 1995 waagde Evelyne Villagante het erop om als toerist naar België te komen, op bezoek bij een familielid dat hier woonde. “Ze wist dat ik werk zocht en nodigde me uit om eens te komen kijken of het me beviel.” Evelyne liet een gezin van zeven kinderen achter, die werden toevertrouwd aan haar ouders, en in de weekends aan haar man. Ze had maar één doel voor ogen: genoeg geld verdienen om haar kinderen te laten studeren en hun zo een waardige toekomst te kunnen geven. “Met zeven kinderen en mijn ouders om te onderhouden hadden we een groot gezin. Mijn man werkte ook, maar zijn loon volstond alleen voor eten en transport.”

Ze was zeven maanden in ons land toen ze het nieuws kreeg dat haar kind van drie was gestorven aan de verwikkelingen van een appendicitis. “Dat was het moeilijkste moment dat ik hier heb doorgemaakt. Ik kon niet naar de Filipijnen, want dan zou ik niet meer kunnen terugkeren. En ik had nog zes kinderen in leven, voor wie ik het erop gewaagd had om te migreren. Ik moest kiezen voor hún toekomst.” Zo’n vijf jaar was ze al hier – een moeilijke tijd vol onzekerheid – toen ze via een toevallige ontmoeting met een zuster die als missionaris op de Filipijnen had gewerkt in contact kwam met het Centrum voor Gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding. “Ik had al geruchten opgevangen over regularisatie. Koen Dewulf van het Centrum onderwierp me aan een hele vragenlijst over mijn achtergrond. Er werd een dossier opgemaakt voor regularisatie. Mijn werkgever, de familie waar ik inwoon, heeft toen een verklaring voor me afgelegd. En na een jaar kreeg ik bericht dat de aanvraag goedgekeurd was. Koen stuurde me ook naar Orbem (de Brusselse regionale dienst voor arbeidsbemiddeling, red.), waar de nodige administratieve zaken in orde gebracht werden.”

Gezinshereniging

Toen ze eenmaal de Belgische nationaliteit had, was haar volgende streefdoel : haar kinderen naar hier halen. Bij de eerste twee verliep dat dat vlot; bij het derde kind werd een DNA-test gevraagd. “Ze vroegen me of ik daar driehonderd euro voor over had. Ik zei : ‘Natuurlijk. Het is mijn kind, ik wil echt dat ze naar hier kan komen.’ Uiteindelijk heeft mijn werkgeefster dat geld betaald.” Ruim twee jaar geleden probeerde ze ook al twee van de laatste drie kinderen naar hier te halen, maar dat verzoek is afgewezen. “Ik weet niet precies waarom. Ze zeggen dat er ‘onvoldoende bewijzen zijn van verbondenheid’. Concreet vinden ze dat ik onvoldoende Belgacom-gesprekken met mijn kinderen op de Filipijnen kan voorleggen. Maar we bellen altijd met losse belkaarten, omdat dat  goedkoper uitvalt.” Villagante is in beroep gegaan en wacht de procedure af. “Ik laat die kinderen nu in het Frans studeren; ik denk dat het bij de aanvraag kan helpen wanneer ze een van de landstalen al spreken.”

De drie kinderen die hier zijn – de oudste is drieëndertig, de jongste tweeëntwintig – hebben vlot hun weg gevonden in de Belgische samenleving : de jongste dochter studeert en woont bij haar moeder, de twee anderen zijn elk hun weg gegaan. Eén huwde een Vlaamse man en is naar Dendermonde verhuisd; hun zoontje spreekt Nederlands, Engels en Tagalo, de taal van Evelynes regio op de Filipijnen. De andere dochter woont samen met een Filipijnse man en vond werk in het Thon-hotel in Brussel. Onder elkaar spreken ze Tagalo of Engels. Alle drie de dochters hebben  inmiddels de Belgische nationaliteit.

Discriminatie en integratie

Evelyne Villagante heeft het getroffen met het gezin waar ze als huishoudhulp terecht is gekomen, en waar ze ook inwoont. “Ik voel me hier vrij, ik doe het huishouden, let op het huis, ik eet mee wat zij eten…” Er zijn ook andere gevallen. “Het is al gebeurd dat we een Filipijnse vrouw hielpen weglopen bij een werkgever, omdat die haar slecht behandelde. We hebben haar nieuw werk helpen vinden en hebben het geval ook gemeld bij het Centrum.” Evelyne en haar dochters  hebben hier nog niet met racistisch of discriminerend gedrag te maken gehad. Discriminatie is iets wat haar vooral aan de Filipijnen doet denken : “Daar tolereren mensen het niet van elkaar  wanneer je voor een andere politieke partij stemt dan die van hun voorkeur. Dan word je gediscrimineerd en gepest. Dat heb ik ondervonden van mijn schoonfamilie : ze hadden een andere politieke overtuiging, en dat heb ik zwaar moeten bekopen. Het was ook een van de  redenen waarom ik weg wilde.” Haar man heeft ze één keer mee naar België gebracht. “Maar hij  kon hier niet aarden. Hij lustte geen brood en aardappelen, wilde alleen rijst eten.”

Of haar katholieke achtergrond integratie hier vergemakkelijkt heeft ? “Misschien wel. Elke zondag wanneer ik kan ga ik naar de kerk. Daar vinden dan allerlei activiteiten plaats, maak je kennis met  verenigingen, ontmoet je nieuwe mensen.” Evelyne is een referentiepunt in de Filipijnse gemeenschap. Ze kent de verschillende administraties waar je als nieuwkomer terechtkan, heeft haar eigen contacten, beschikt over de telefoonnummers en geeft mensen advies. “Als ik iets niet weet, vraag ik het gewoon.”

Filipino’s hebben een eigen gemeenschap in Brussel, in de omgeving van Ribaucourt. Op 12 juni, de Filipijnse nationale feestdag, of bij andere gelegenheden komen ze samen. “Het is dan een bonte mengeling : sommigen huwden een Belgische partner, anderen een Pakistaan of een Italiaan. Het is normaal dat we vermengd raken.” Ook in Antwerpen, Leuven, Charleroi en Mons heeft Evelyne kennissen. Niet dat ze er zo vaak op uittrekt. “Daar heb ik het geld niet voor. Ik doe soms wat boodschappen hier in de buurt. En heel soms, wanneer ik van madame een extra krijg, koop ik iets voor mezelf. Maar mijn loon gaat naar mijn kinderen op de Filipijnen, om hen te laten studeren.”

Geslaagd

Na bijna twintig jaar in België vindt Evelyne haar project geslaagd. Of toch zo goed als : haar andere kinderen nog hier krijgen is een laatste kaap die genomen moet, maar ze hoopt dat dat  een kwestie van tijd is. Of ze de Filipijnen mist ? Niet echt. Elk jaar brengt ze een bezoek aan haar familie. Dat is een gunst van haar werkgeefster, die haar ticket betaalt. “Vroeger bleef ik twee  maanden, maar mijn ouders zijn inmiddels overleden en nu ga ik maar voor een maand. Mijn financies laten het ook niet toe om langer te blijven.”

En, moedigt ze de dorpsbewoners dan aan om ook hun kans te wagen in België ? “Neen”, klinkt het beslist. “Ik zeg hun dat het een moeilijke procedure is. Kijk naar mijn twee kinderen waarvoor ik nu al twee jaar een procedure heb lopen : het wordt steeds moeilijker.”

Klik hier voor de pagina over '20 jaar actie. 20 standpunten. Reflecties over de eerste opdrachten van het Centrum'.

Vergelijkbare artikels