[Rechtzaak] Veroordeling discriminatie op de huisvestingsmarkt

23 juni 2010
Actiedomein: Huisvesting

Vandaag veroordeelde de correctionele rechtbank van Antwerpen een immobiliënkantoor uit Antwerpen voor discriminatie.

De makelaar moet niet alleen een schadevergoeding betalen, maar kreeg ook een effectieve werkstraf opgelegd. Het Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding neemt kennis van deze uitspraak en wijst nogmaals op de nood aan structurele maatregelen tegen discriminatie op de huisvestingsmarkt. 

De feiten dateren van juni 2008. Een makelaar weigerde een appartement te verhuren aan een Belgische kandidaat-huurster van allochtone origine omdat “de buren geen buitenlanders als buren willen hebben”. Ter verdediging stelde de makelaar dat hij als commercieel tussenpersoon de wensen van de buren vooropstelde. 

Wat zegt de wet hierover? Discriminatie op de huisvestingsmarkt is verboden. Het staat een eigenaar vrij de huurvoorwaarden zelf te bepalen, maar uiteraard is hij hierbij ook gebonden aan de antidiscriminatiewetgeving. Daarnaast is ook het opdracht geven tot discriminatie verboden. Zowel de eigenaar die het immobiliënkantoor een dergelijke opdracht geeft, als de makelaar zelf die deze discriminatoire opdracht opvolgt, overtreden hierdoor de wet. 

De makelaar kreeg een effectieve werkstraf of een vervangende gevangenisstraf van twee maanden opgelegd. Daarnaast moet de beklaagde ook een schadevergoeding van 250 euro en een rechtsplegingsvergoeding van 150 euro betalen. Het Centrum ontvangt 1 euro morele schadevergoeding. 

Naast een eenvoudige klacht diende het Centrum ook een dossier in bij het Beroepsinstituut voor Vastgoedmakelaars (BIV). Het BIV hanteert namelijk een deontologische code die ook het verbod op discriminatie op de huisvestingsmarkt onderschrijft. Op 30 juli aanstaande spreekt het BIV zich uit over eventuele bijkomende sancties voor de makelaar. 

Naast juridische stappen, die onvermijdelijk zijn voor duidelijke gevallen van discriminatie, blijft het Centrum constructief samenwerken met het BIV. “We bekijken momenteel samen hoe immobiliënkantoren tegemoet kunnen komen aan de zorgen van de eigenaars zonder hierbij de antidiscriminatie- en antiracismewetgeving te overtreden”, zegt Jozef De Witte, directeur van het Centrum. "Een mogelijke piste is het opnemen van een non-discriminatieclausule in alle standaardcontracten van immobiliënkantoren. Het gaat erom de antidiscriminatiewetgeving bekend te maken, te laten respecteren en tegelijkertijd onderlinge concurrentie bij het uitsluiten van discriminerende selecties te voorkomen. Een dergelijke preventie is erg belangrijk."

Eerder dit jaar zond het VRT-programma VOLT een reportage uit die dieper inging op deze problematiek (voor een reactie van het Centrum: klik hier). 9 op 10 ondervraagde immobiliënkantoren gingen toen zonder schroom in op het verzoek van kandidaat-verhuurders om hun eigendom niet te verhuren aan allochtonen. Hoewel niet alle immobiliënkantoren over dezelfde kam geschoren mogen worden, bevestigde deze reportage deze gangbare discriminatoire praktijken.

Meer informatie: