Tijd voor een interfederaal actieplan tegen racisme

20 mei 2014
Discriminatiegrond: Racisme

Het Interfederaal Gelijkekansencentrum presenteert zijn ‘Jaarverslag Discriminatie/Diversiteit’

Vijf dagen voor de verkiezingen roept het Interfederaal Gelijkekansencentrum de toekomstige regeringen op om een interfederaal actieplan tegen racisme uit te werken en uit te voeren. Het heeft de Focus van zijn ‘Jaarverslag Discriminatie/Diversiteit’, dat het vandaag voorstelt, volledig aan het thema gewijd.

‘Racisme gaat anno 2014 minder over de tongen’, zegt Jozef De Witte, directeur van het Centrum. ‘En wanneer het wel gebeurt, zorgt dat vaak voor commotie – bij individuen en in de brede samenleving. Moet een actieplan tegen racisme dan wel een prioriteit zijn in de regeerakkoorden na de verkiezingen van 25 mei? Ja, omdat alle indicatoren aangeven dat personen van vreemde origine ondervertegenwoordigd zijn op onze arbeidsmarkt, en dat onze samenleving nog altijd weinig inclusief is. Ja, omdat raciale discriminatie blijft bestaan op alle domeinen – vaak op een sluipende manier, waardoor ze moeilijker te bestrijden is. En ja, omdat het debat over het thema almaar meer geculturaliseerd is geraakt. Daardoor is de aandacht weggehaald van de werven die zich bij uitstek lenen om gelijke kansen en participatie te bevorderen: werk, onderwijs, huisvesting.’

De Socio-economische Monitoring, waarvan in 2013 het eerste rapport verscheen, bevestigt de etnostratificatie van onze arbeidsmarkt. De Witte: ‘Mensen uit het buitenland of van vreemde origine worden ofwel in onzekere of zware jobs gedrongen, ofwel in de inactiviteit.’ De werkgelegenheidsgraad van mannen van vreemde origine (54,9%) ligt 23,4 procentpunten lager dan die van mannen van Belgische origine (78,3%). Die van vrouwen van vreemde origine ligt nóg lager (41,7%).’

Een woning vinden? De Witte: ‘De Diversiteitsbarometer Huisvesting, die we begin 2014 voorstelden, toont aan dat mensen van vreemde origine en mensen met een laag inkomen of een uitkering gediscrimineerd worden op de huisvestingsmarkt. Uit tests blijkt dat dat 42% van de ondervraagde vastgoedmakelaars ingaat op het verzoek van verhuurders om ‘vreemdelingen’ te weigeren: dat zegt genoeg.’

En het onderwijs dan? ‘Jaar na jaar blijkt uit de PISA-tests dat onze scholen de ongelijkheid blijven voeden, en dat sociaaleconomische factoren en afkomst de schoolse prestaties sterk beïnvloeden’, zegt De Witte. ‘Onderzoek in opdracht van de Koning Boudewijnstichting bracht eerder deze maand opnieuw het prestatieverschil in kaart tussen leerlingen van Belgische origine en leerlingen van vreemde origine: dat verschil behoort tot de grootste van alle OESO-landen, vooral in Vlaanderen.’

‘Al die recente studies bevestigen wat het Centrum waarneemt doorheen de individuele meldingen die jaar na jaar bij ons blijven binnenlopen’, zegt Jozef De Witte. ‘De ‘raciale’ discriminatiecriteria – nationaliteit, zogenaamd ras, huidskleur, afkomst, nationale of etnische afstamming – blijven die waarvoor de burger ons het vaakst aanspreekt.’

In 2013 heeft het Centrum enerzijds 572 dossiers over ‘raciale criteria’ geopend, op basis van 1.270 individuele meldingen. Het criterium ‘geloof of levensbeschouwing’, anderzijds, was goed voor 286 dossiers, meestal over feiten of uitlatingen tegen moslims – drie jaar eerder waren er dat nog 185. De Witte: ‘Die twee categorieën zijn almaar moeilijker van elkaar te scheiden. Dat is een logisch gevolg van de buitensporige culturalisering van het racismevraagstuk. Dossiers waarin er sprake is van meervoudige discriminatie nemen toe. Op het domein ‘werk’ gaat 56% van alle dossiers over raciale criteria en/of over levensbeschouwing. Op het domein ‘onderwijs’ is dat het geval voor 49% van alle dossiers; op het domein ‘huisvesting’ voor 27% van alle dossiers.’

Via zijn nieuwe jaarverslag wil het Interfederaal Gelijkekansencentrum een aanzet geven om volop werk te maken van een interfederaal actieplan tegen racisme. Een actieplan dat over alle maatschappelijke domeinen gaat, met zowel repressieve als preventieve elementen. ‘Om daarin te slagen’, besluit De Witte, ‘moeten de federale overheid, de overheden van gewesten en gemeenschappen en de lokale overheden een gezamenlijke strategie ontwikkelen, zoals ze dat in 2013 gedaan hebben om homofobie aan te pakken. Zo zouden ze eindelijk de belofte inlossen die België deed op de antiracismeconferentie in Durban in 2001, en die het sindsdien meermaals herhaalde – zonder gevolg.’ Dit jaar werd ons land daar al twee keer voor tot de orde geroepen: door het Comité inzake de Uitbanning van Rassendiscriminatie (CERD) van de VN en door de Commissie tegen Racisme en Intolerantie (ECRI) van de Raad van Europa.

Naar de pagina over het 'Jaarverslag Discriminatie/Diversiteit 2013'.


Foto: France Dubois