Veroordeling voor discriminatie van een sollicitante vanwege haar afkomst

26 september 2014
Actiedomein: Werk
Discriminatiegrond: Racisme

Het Centrum pleit voor positieve acties

Het arbeidshof van Brussel heeft bevestigd dat een vrouw van Turkse origine bij het solliciteren gediscrimineerd is op basis van haar afkomst.

De feiten dateren van 2008. De vrouw solliciteerde bij een reisagentschap, maar werd niet aangenomen. Later kwam ze te weten waarom: het ging om haar afkomst. Bij een tweede sollicitatie nam het agentschap haar wel aan, maar ze had een moeizame relatie met haar overste, die geregeld racistische uitspraken deed aan haar adres. De vrouw werd uiteindelijk ontslagen, maar voelde zich gediscrimineerd en stapte naar de arbeidsrechtbank van Brussel. Het Centrum ondersteunde haar eis en nam deel aan de rechtszaak.

Het arbeidshof van Brussel oordeelde vorige week dat er bij de eerste sollicitatie sprake was van discriminatie op basis van de origine van de vrouw. Het reisagentschap moet zijn ex-werkneemster een forfaitaire schadevergoeding van zes maanden loon betalen. Omdat de overste van de vrouw door te discrimineren een zware fout heeft gemaakt, zal de werkgever de vergoeding van de overste kunnen terugvorderen.

Deze uitspraak bevestigt twee dingen. Enerzijds: dat er sprake van discriminatie is als een werkgever een kandidaat weigert op grond van een beschermd criterium – ook als die kandidaat later alsnog wordt aangenomen. Anderzijds: een verantwoordelijke die discrimineert, kan daarvoor persoonlijk aansprakelijk worden gesteld.

Uit de Socio-Economische Monitoring bleek in 2013 dat werknemers van buitenlandse origine een hoger risico lopen op werkloosheid en dat ze geconfronteerd worden met een ongelijke verdeling op het vlak van beroepsstatuut, loon en arbeidsregeling. ‘Als we de deelname van mensen van buitenlandse origine aan de Belgische arbeidsmarkt willen bevorderen’, liet het Centrum toen optekenen, ‘moeten alle beleidsactoren een diversiteitsbeleid op poten zetten – of dat beleid nog versterken.’ Positieve acties ten voordele van kansengroepen kunnen daar een hoeksteen van zijn: hoe vlugger de overheid daar een kader voor schept, hoe beter.