Werkgever veroordeeld tot geldboete wegens opzettelijke discriminatie

24 februari 2021
Actiedomein: Werk
Discriminatiegrond: RacismeLeeftijdAndere gronden

Je hebt een buitenlands klinkende naam en solliciteert bij een bedrijf dat ziekenvervoer organiseert. Maar het bedrijf maakt duidelijk dat ‘vreemdelingen, mensen zonder ervaring en vrouwen met jonge kinderen’ niet welkom zijn.

 Het is verboden om iemand bij aanwerving te discrimineren omdat hij of zij een vreemde naam draagt. Unia stelde zich burgerlijke partij in de rechtszaak van een sollicitant met Oost-Europese roots die zich gediscrimineerd voelde door een ambulancebedrijf uit Gent. De correctionele rechtbank in Gent gaf de sollicitant gelijk en veroordeelde het ambulancebedrijf en de zaakvoerster tot een effectieve geldboete van 4.000 euro. 

“De beklaagde maakte zich schuldig aan discriminatie bij de aanwerving van personeel door lukraak en vooringenomen mensen van vreemde afkomst uit te sluiten van de selectieprocedure”, oordeelde de rechtbank. “Diversiteit op het werk is nochtans cruciaal in een democratische maatschappij. Dit bereik je alleen met een correcte aanwervingsprocedure die screent op competenties en niet vertrekt van stereotypering, racisme en uitsluiting van bepaalde mensen of groepen van mensen. Het gedrag van de beklaagde getuigt van een asociale ingesteldheid en kan niet door de beugel.” 

Belangrijke rechtspraak 

“Wij vonden het heel belangrijk om in dit dossier burgerlijke partij te zijn”, legt Els Keytsman, directeur van Unia uit. “Op basis van de Antiracismewet (1981) was er namelijk nog maar één strafrechtelijke veroordeling geweest van een werkgever die opzettelijk discrimineerde op grond van origine. Wij wilden aan de samenleving het signaal geven dat discriminatie op grond van origine in arbeidsrelaties niet alleen wettelijk verboden is maar dat het ook strafbaar kan zijn wanneer er met opzet werd gehandeld. De uitspraak van de rechtbank is een niet mis te verstaan signaal.”  

Wat was er precies gebeurd? 

Op 4 december 2019 had meneer V. via de website van de VDAB zijn CV gestuurd naar het ambulancebedrijf, dat een chauffeur voor ziekenvervoer zocht. De sollicitant had de Belgische nationaliteit maar zijn familienaam en geboorteplaats, vermeld in het CV, gaven aan dat hij van Oost-Europese afkomst was. De zaakvoerster dacht dat ze een antwoord stuurde naar een medewerker van de VDAB, maar in de praktijk belandde haar reactie bij de sollicitant: “Vreemdeling, 22 jaar, géén ervaring, dus onnodig mij dit door te sturen. Geen vreemdelingen, geen mensen zonder ervaring en geen vrouwen met jonge kinderen, dat is op voorhand gedoemd om te mislukken.” 

Meneer V. had echter wel degelijk ervaring. Hij volgde een opleiding autotechniek en werkte diverse jaren als mecanicien en koerier. Ondertussen is hij aan de slag als chauffeur bij een vervoersbedrijf. Toen hij bij het ambulancebedrijf solliciteerde, waren er daar diverse werkaanbiedingen, ook voor chauffeurs die nog geen ervaring hadden en die intern zouden worden opgeleid.  

Unia zal nu de persoonlijk benadeelde en diens vakbond (ABVV Oost-Vlaanderen) bijstaan om in een burgerlijke procedure voor de arbeidsrechtbank ook een schadevergoeding te bekomen (in principe 6 maand brutoloon).  

Unia informeerde het Instituut voor de Gelijkheid van vrouwen en mannen omdat de zaakvoerster ook aangaf ‘geen vrouwen met jonge kinderen’ als kandidaat te zullen overwegen. Het Instituut stelde een stakingsvordering in om de discriminatie op basis van geslacht en moederschap te doen ophouden. Die zaak is hangende.