Welke discriminatiegronden zijn er?
De antidiscriminatiewetgeving - met federale wetten, decreten en ordonnanties - spreekt over zogenoemde 'beschermde criteria'. Discriminatie op grond van elk van die criteria is verboden en strafbaar.
Unia is bevoegd voor deze criteria:
- de 5 'raciale criteria': zogenaamd ras, huidskleur, nationaliteit, afkomst (Joodse oorsprong) en nationale of etnische afstamming
- handicap
- geloof of levensbeschouwing
- seksuele geaardheid
- leeftijd
- vermogen (of financiële middelen)
- burgerlijke staat
- politieke overtuiging
- syndicale overtuiging
- gezondheidstoestand
- een fysieke of genetische eigenschap
- geboorte
- sociale afkomst
- samenstelling van het gezin
Unia is niet bevoegd voor het criterium geslacht (of gender). In België is het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen bevoegd voor discriminatie op grond van geslacht (of gender). Daaronder wordt ook discriminatie op grond van geslachtsverandering begrepen (discriminatie van trans personen).
Unia is ook niet bevoegd voor het criterium taal. Voor dit criterium is aan geen enkel overheidsorgaan een specifieke bevoegdheid toegewezen.
Alle criteria zijn identiek in het geheel van de antidiscriminatiewetgeving, dus zowel in de federale wetten, de decreten als de ordonnanties. Er zijn drie uitzonderingen:
- Het Vlaams decreet houdende een kader voor het Vlaamse gelijkekansen- en gelijkebehandelingsbeleid spreekt over 'sociale positie' in plaats van 'sociale afkomst', en het Waals Decreet ter bestrijding van bepaalde vormen van discriminatie over ‘sociale afkomst en status’.
-
Het discriminatiecriterium ‘samenstelling van het gezin’ staat voorlopig enkel in het Waals Decreet ter bestrijding van bepaalde vormen van discriminatie, waar het in 2019 werd toegevoegd.
- De Franse Gemeenschapscommissie in het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest heeft geen beperkende lijst van criteria.
De Antidiscriminatiewet voorziet in een evaluatie van de Antiracismewet, Antidiscriminatiewet en Genderwet. Die evaluatie, waarbij ook de lijst van de discriminatiegronden tegen het licht werd gehouden, gebeurde in 2016-2017. In februari 2017 werd het evaluatierapport van de expertencommissie voorgelegd aan de Kamer van volksvertegenwoordigers en de staatssecretaris voor Gelijke Kansen. Unia bereidde ook een eigen evaluatieverslag voor.