Arbeidshof Antwerpen, afdeling Antwerpen, 26 juni 2023

26 juni 2023
Actiedomein: Werk
Discriminatiegrond: HandicapAndere gronden
Gerechtelijk arrondissement: Antwerpen
Rechtsmacht: Arbeidshof

Een arbeider heeft morbide obesitas, slaapapneu en rugproblemen. Het arbeidshof oordeelt, anders dan de arbeidsrechtbank dat de man geen feiten kan aanvoeren die aantonen dat hij werd ontslagen op grond van een handicap of op grond van zijn gezondheidstoestand.

Datum: 26 juni 2023

Instantie: arbeidshof Antwerpen, afdeling Antwerpen

Criterium: handicap en gezondheidstoestand

Actiedomein: werk

De feiten   

Een man werkte als arbeider-chauffeur bij de vuilnisophaling. Hij reed rond met een vrachtwagen om afvalcontainers op te halen. Daarvoor moest hij regelmatig uit de vrachtwagen komen. Hij had een aantal gezondheidsproblemen, waaronder morbide obesitas, slaapapneu en rugproblemen. De man was regelmatig afwezig wegens arbeidsongeschiktheid. Uiteindelijk werd hij ontslagen omdat hij niet voldeed. Volgens de werkgever kon hij herhaaldelijk de vooropgestelde planning niet afwerken en regelmatig moesten andere chauffeurs en vrachtwagens worden ingeschakeld. Dit leidde tot wrevel bij de collega’s.

De man vocht zijn ontslag aan bij de arbeidsrechtbank. Die kende een schadevergoeding toe wegens discriminatoir ontslag op grond van handicap en een schadevergoeding wegens het weigeren van redelijke aanpassingen.

Beslissing

  • Het arbeidshof oordeelde dat er geen sprake was van discriminatie op grond van handicap of gezondheidstoestand of van het weigeren van redelijke aanpassingen.
  • De man had een omvangrijke bundel met medische verslagen en attesten voorgelegd, maar daaruit bleek volgens het arbeidshof niet dat er sprake was van “een beperking die het gevolg was van langdurige geestelijke of psychische aandoeningen die in wisselwerking met diverse drempels belette dat de man volledig, daadwerkelijk en op voet van gelijkheid met andere werknemers aan het beroepsleven kon deelnemen”. Hij toonde dus geen feiten aan die een discriminatie op grond van handicap konden doen vermoeden. Er was bijgevolg geen omkering van de bewijslast. Omdat de man niet kon bewijzen dat hij een handicap had, was er ook geen sprake van het weigeren van redelijke aanpassingen.
  • Volgens het arbeidshof toonde de man ook geen vermoeden aan van discriminatie op grond van de gezondheidstoestand.

Unia was geen betrokken partij.

Afgekort: Arbh. Antwerpen, afd. Antwerpen, 06-06-2023

Downloads