Arbeidshof Gent, afdeling Gent, 13 juni 2022
Een hulppostbode-bediende was in 2017 en 2018 gedurende verschillende korte periodes afwezig wegens ziekte en werd ontslagen. Het arbeidshof oordeelt, anders dan de arbeidsrechtbank, dat het ontslag niet werd ingegeven door discriminatie, maar wel door de negatieve impact op de werkorganisatie.

Datum: 13 juni 2022
Instantie: arbeidshof Gent, afdeling Gent
Criterium: handicap, gezondheidstoestand
Actiedomein: werk
De feiten
Een hulppostbode-bediende was in 2017 gedurende 42 dagen afwezig wegens ziekte en in 2018 gedurende 24 dagen. De vrouw had ontstekingen op de gewrichten. De werkgever beëindigde de arbeidsovereenkomst omwille van ‘desorganisatie en dienstnoodwendigheden’.
Beslissing
De vrouw voerde aan dat er sprake was van discriminatie op grond van handicap. Het arbeidshof oordeelde dat niet kon worden vastgesteld dat de beperking langdurig was. Het arbeidshof verwees in dat verband naar het arrest Nobel Plastiques Ibérica van het Hof van Justitie van de Europese Unie (punt 41: “handicap is een beperking die het gevolg is van langdurige lichamelijke, geestelijke of psychische aandoeningen …”).
Het arbeidshof weerhield ook geen discriminatie op basis van de gezondheidstoestand. De veelvuldige korte afwezigheden hadden een impact op de dagelijkse werking van de organisatie (rondes die niet ingevuld raakten, inschakelen van extra uitzendkrachten, …). Aan de basis van het ontslag lag daardoor geen discriminatie op basis van de gezondheidstoestand, maar wel de negatieve impact van de veelvuldige afwezigheid op de werkorganisatie. De veelvuldige korte periodes van arbeidsongeschiktheid en de impact op de dagelijkse werking van de postbedeling hadden de onderneming ertoe genoodzaakt over te gaan tot het ontslag.
Unia was geen betrokken partij.
Afgekort: Arbh. Gent, afd. Gent, 13-06-2022