Correctionele rechtbank Luik, afdeling Hoei, 15 september 2022
Een werknemer van een bouwbedrijf maakt verschillende homofobe opmerkingen tegenover een cliënt en wordt ontslagen wegens zware fout. De correctionele rechtbank oordeelt dat er geen sprake is van aanzetten tot haat of geweld omdat de man zich niet tot de andere aanwezigen had gericht.
Datum: 15 september 2022
Instantie: correctionele rechtbank Luik, afdeling Hoei
Criterium: seksuele oriëntatie
De feiten
Een man beklaagt zich bij een aannemer over een probleem met de raamkozijnen. Een werknemer komt ter plaatse en maakt verschillende homofobe opmerkingen tegenover de man. Later weigert de werknemer zich te verontschuldigen tegenover de man. Hij wordt vervolgens ontslagen wegens zware fout.
Juridische kwalificatie
Het openbaar ministerie had de beklaagde vervolgd voor de volgende tenlastelegging:
- Aanzetten tot haat of geweld jegens een persoon (artikel 22, 2° antidiscriminatiewet).
- Bedreiging door gebaren of zinnebeelden (artikel 329 Strafwetboek).
Beslissing
De correctionele rechtbank sprak de werknemer vrij voor beide tenlasteleggingen.
De uitlatingen waren ongetwijfeld schokkend en kwetsend en volledig misplaatst. Maar het was niet aangetoond dat de werknemer de andere aanwezigen had aangemoedigd of aangespoord tot ongepast gedrag tegenover de man, tot vijandigheid tegenover homoseksuelen of tot een minder gunstige behandeling van homoseksuelen op welk gebied dan ook. Bovendien was geen bijzonder opzet aangetoond in hoofde van de werknemer.
Ook de tenlastelegging bedreiging door gebaren of zinnebeelden was niet aangetoond.
Unia was geen betrokken partij.
Afgekort: Corr. Luik, afd. Hoei, 15-09-2022 – rolnummer 22H000077