Correctionele rechtbank Turnhout, 8 september 2023

8 september 2023
Actiedomein: Samenleving
Discriminatiegrond: Racisme
Gerechtelijk arrondissement: Antwerpen

Verschillende personen werden racistisch bejegend en aangevallen. Drie beklaagden verschenen voor de correctionele rechtbank die het haatmotief bewezen achtte tegenover twee van hen.

De feiten 

Een man die aan het wandelen was werd vanuit een auto benaderd door twee inzittenden. De passagier, die de hoofdbeklaagde is in dit dossier, schold de man uit voor ‘bruine aap’ en vroeg hem of hij afkomstig was uit Afghanistan. Vervolgens stapte de passagier uit en hij gaf de man enkele vuistslagen. 

Enkele maanden later viel dezelfde beklaagde, samen met een vriend, drie Irakezen aan toen ze een café verlieten. Ze hadden eerst gevraagd of de slachtoffers van Irakese afkomst waren en vervolgens hadden ze hen zonder duidelijke reden verschillende slagen toegediend. 

Naar aanleiding van deze twee gevallen van agressie werden drie personen vervolgd voor de correctionele rechtbank. Een van de beklaagde, een beroepsmilitair, was de hoofdbeklaagde. 

Unia was geen betrokken partij. 

Juridische kwalificatie 

Het openbaar ministerie had de beklaagden vervolgd voor onder meer de volgende tenlastelegging:    

  • Opzettelijke slagen en verwondingen met als verzwarende omstandigheid het haatmotief (art. 398 en 405quater Sw.). 

Beslissing 

De correctionele rechtbank oordeelde dat het ten laste gelegde misdrijf kon worden vastgesteld tegenover twee van de beklaagden. Ten opzichte van de derde beklaagde werd het misdrijf slagen en verwondingen vastgesteld, maar was het haatmotief niet aangetoond volgens de correctionele rechtbank. 

De correctionele rechtbank beklemtoonde dat het volstaat dat een van de drijfveren van de dader bestaat uit haat tegen, misprijzen van of vijandigheid tegen een persoon wegens een beschermd kenmerk. Het moet niet gaan om de enige drijfveer of de voornaamste drijfveer. 

Daarnaast oordeelde de correctionele rechtbank dat het feit dat een van de beklaagden van Marokkaanse origine was, geen enkele invloed had. Ook een persoon van buitenlandse origine kan een discriminatoir gedrag aannemen. 

De hoofdbeklaagde werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van 4 jaar en een geldboete van 8000 euro met 5 jaar probatieuitstel voor de gevangenisstraf en 3 jaar probatieuitstel voor een gedeelte van de boete, namelijk 4000 euro. De tweede beklaagde werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van 12 maanden met 3 jaar uitstel en een geldboete van 400 euro. De derde beklaagde verkreeg de gewone opschorting van de uitspraak van de veroordeling. 

Aandachtspunt 

De correctionele rechtbank beklemtoond in haar motivering de belangrijke psychologische impact van feiten van agressie gepleegd vanuit een haatmotief.