Rechtbank van eerste aanleg Brussel, 2 mei 2022

2 mei 2022
Actiedomein: Samenleving
Discriminatiegrond: Handicap
Gerechtelijk arrondissement: Brussel

Het systeem van scan-cars gaat na of er parkeergeld werd betaald maar herkent niet de specifieke parkeerkaarten die personen met een handicap kunnen gebruiken. Deze personen krijgen daardoor een boete die ze moeten betalen en betwisten dit om het bedrag terugbetaald te krijgen.

Datum: 2 mei 2022

Instantie: Rechtbank van eerste aanleg Brussel

Criterium: handicap

Actiedomein: samenleving

Feiten

Sinds 2020 controleert Parking.brussels het parkeren door middel van scanauto's op het grondgebied van verschillende gemeenten in het Brussels Gewest. Deze voertuigen rijden door de straten en nemen foto's van de nummerplaten van geparkeerde auto's. Het systeem vergelijkt deze informatie met een gegevensbank en indien geen vergoeding is betaald en geen vrijstellingskaart aan de kentekenplaat is gekoppeld, wordt een betalingsverzoek verzonden. Voor personen met een handicap leverde dit systeem echter problemen op. Volgens de Brusselse regelgeving hebben personen met een handicap met een Europese parkeerkaart recht op gratis parkeren voor onbeperkte duur. Deze parkeerkaarten zijn echter gekoppeld aan een persoon en niet aan een nummerplaat. Personen met een handicap krijgen daardoor vaak retributies die zij vervolgens moeten aanvechten. Hoewel Parking.brussels enkele verbeteringen had aangebracht, waren deze onvoldoende en werd niet tot een oplossing gekomen.

Samen met een persoon met een handicap en het Collectif accessibilité Wallonie Bruxelles (CAWaB) heeft Unia daarom bij de (burgerlijke) rechtbank van eerste aanleg te Brussel  een stakingsvordering ingeleid.

Juridische kwalificatie 

De eisers waren van mening dat er sprake was van indirecte discriminatie op grond van handicap volgens de Ordonnantie van 5 oktober 2017 ter bestrijding van bepaalde vormen van discriminatie en ter bevordering van gelijke behandeling.

Besluit

De rechtbank van eerste aanleg te Brussel is van oordeel dat het geautomatiseerde parkeercontrolesysteem - zoals het door Parking.brussels wordt georganiseerd - leidt tot indirecte discriminatie op grond van handicap en verzoekt de beëindiging van deze discriminatie.

De rechtbank wees erop dat het Agentschap een controlesysteem had ingevoerd dat personen met een handicap tot bijkomende stappen verplichtte in vergelijking met die waarin de federale en regionale wetgeving voorzag.

De rechtbank gelast het parkeeragentschap: "alle nodige maatregelen te nemen om ervoor te zorgen dat de voertuigen die door de scannende voertuigen als in gebreke worden aangemerkt, geen voertuigen omvatten waarvan de Europese parkeerkaart voor gehandicapten op de voorruit is aangebracht." Dit moet gebeuren binnen vier maanden na de betekening van de beschikking, op straffe van een geldboete van 1.000 euro per dag tot een maximum van 60.000 euro.

Aandachtspunten 

  • Deze zaak is een perfect voorbeeld van het begrip indirecte discriminatie, waarbij een ogenschijnlijk neutrale maatregel (het gebruik van een scan-auto) leidt tot een bijzonder nadeel voor mensen die door de antidiscriminatiewetgeving worden beschermd (in dit geval personen met een handicap).
  • Zodra het systeem van de scanauto's werd ingevoerd, hebben Unia en andere verenigingen de moeilijkheden voor personen met een handicap opgemerkt en doorgegeven. Vervolgens werden verschillende ontmoetingen georganiseerd om na te denken over mogelijke oplossingen voor dit probleem. Ondanks enige lichte vooruitgang kwam Unia tot de conclusie dat alleen een gerechtelijke procedure het probleem echt kon verhelpen. Unia is dan ook verheugd over de uitspraak van de rechtbank van eerste aanleg in Brussel, die een belangrijke stap voorwaarts betekent voor personen met een handicap.  

Afgekort: Rb.1ste A. Brussel, 2-05-2022