Artikel 5: gelijkheid en non-discriminatie

De Staten die Partij zijn, erkennen dat eenieder gelijk is voor de wet en zonder onderscheid recht heeft op dezelfde bescherming door, en hetzelfde voordeel van de wet.

De Staten die Partij zijn, verbieden alle discriminatie op grond van handicap en garanderen personen met een handicap op voet van gelijkheid daadwerkelijke wettelijke bescherming tegen discriminatie op welke grond dan ook.

Teneinde gelijkheid te bevorderen en discriminatie uit te bannen, nemen de Staten die Partij zijn alle passende maatregelen om te waarborgen dat redelijke aanpassingen worden verricht.

Specifieke maatregelen die nodig zijn om de feitelijke gelijkheid van personen met een handicap te bespoedigen of verwezenlijken, worden niet aangemerkt als discriminatie in de zin van dit Verdrag.

VN Comité voor de rechten van personen met een handicap

X vs. United Republic of Tanzania (2017)

In feite

The author is a person with albinism. On 10 April 2010, he was fetching firewood when two young men between the ages of 14 and 30 came. They hacked off half of his left arm, from below the elbow, and left him behind, alone. When he regained consciousness, he was in great pain and screamed for help. Villagers took him to the Municipal Hospital, where he received treatment. The author’s arm was never found and it is assumed that the men took it with them. The matter was reported to the police, but there has been no prosecution.

Fiona Given vs. Australia (2018)

In feite

The author has cerebral palsy and, as a result, she has limited muscle control and dexterity and no speech. She argues that, in order to be able to cast an independent and secret ballot, she requires access to an electronic voting system, such as a computer-generated interface. On 7 September 2013, the author attended the Electoral Commission polling station. She was accompanied by her attendant. In the absence of an electronic voting facility, she requested the assistance of the polling booth’s presiding officer. However, the presiding officer refused the author’s request for assistance on the grounds that she was “too busy” and directed the author to obtain assistance from her attendant. 

Iuliia Domina & Max Bendtsen (2018)

In feite

On 30 May 2013, the authors applied for family reunification and a residence permit for Ms. Domina in the State party based on their marriage, which they had celebrated on 13 April 2013. The authors’ application was rejected on 29 August 2013 by the Danish Immigration Service on the basis that Mr. Bendtsen had received social benefits within a period of three years prior to the date on which family reunification could be granted. 

Hof van Justitie van de Europese Unie

S. Coleman (2018)

In feite

In de loop van 2002 wordt de zoon van Mevrouw Coleman geboren. Hij lijdt aan apneucrisissen, aangeboren laryngomalacie en bronchomalacie. De toestand van haar zoontje vereist bijzondere zorgen. Zij staat voornamelijk in voor het toedienen van deze zorgen. Ingevolge deze situatie krijgt ze opmerkingen, bekomt ze geen vlottend uurrooster terwijl andere collega’s, ook zonder kind met een handicap, deze wel verkrijgen, enz.

Wolfgang Glatzel vs. Freistaat Bayern (2014)

In feite

De heer Glatzel probeert opnieuw een rijbewijs te bekomen zowel voor een voertuig voor privé gebruik als voor beroepsgebruik. De bijlage van Richtlijn 2006/126/EU voorziet minimale normen inzake fysieke geschiktheid betreffende de gezichtsscherpte voor het besturen van een motorvoertuig. Is de norm niet bereikt voor het rijbewijs ten behoeve van het besturen van een privé voertuig dan is toch een uitzondering mogelijk, maar dergelijke uitzondering is onmogelijk voor het besturen van voertuigen voor beroepsgebruik. 

Nationale rechtspraak

Arbeidsrechtbank Leuven (2013)

In feite

De arbeidsrechtbank van Leuven heeft de uitbater van een fitnesszaak veroordeeld die één van zijn managers ontslaan had vanwege de handicap van diens jongste kind.

Handelsrechtbank Brussel (2017)

In feite

Een dame wenst haar hypothecaire lening te koppelen aan een verzekering tegen het nog verschuldigd saldo, maar wordt omwille van haar seropositiviteit geweigerd. De verzekeraar weigerde haar vraag tot tweemaal toe en verduidelijkte dat zijn weigering gehandhaafd bleef welke ook het te verzekeren bedrag was of de loopperiode van de verzekering.