Aanbeveling: religieus hoofddeksel op pasfoto’s en/of identiteitsdocumenten

2 juni 2015
Discriminatiegrond: Geloof of levensbeschouwing
Bevoegdheidsniveau: FederaalLokale besturen

Een ministeriële omzendbrief van 7 oktober 1992 bevat bepalingen over de foto’s die in aanmerking komen voor de identiteitskaart. De foto moet onder meer "van voren genomen worden zonder hoofddeksel" en "schoon, recent en gelijkend" zijn (art. 15a).

Op het verbod van een hoofddeksel is er echter een uitzondering: "Om een ontegenzeglijk godsdienstige of medische reden, kan een foto met hoofddeksel toegestaan worden, op voorwaarde dat het gezicht volledig vrij is, d.w.z. het voorhoofd, de wangen, de ogen, de neus en de kin moeten volledig vrij zijn. Het is wenselijk maar niet vereist dat het haar en de oren eveneens vrij zijn. Deze oplossing kan slechts aanvaard worden als de betrokken burger een ernstige rechtvaardiging voorlegt." (art.15d).

Doordat heel wat gemeenten op basis hiervan een schriftelijke verklaring en attest van de verantwoordelijke van de betrokken religieuze gemeenschap eisen, pleit Unia voor de weglating van het laatste zinsdeel van art. 15d en voor de aanpassing van de 'Algemene onderrichtingen betreffende de elektronische identiteitskaarten van Belg' en 'Onderrichtingen betreffende de afgifte van paspoorten in België aan Belgische onderdanen door gemeente- en provinciebesturen'. Daarin dient verduidelijkt te worden dat alle gemeenten, op uniforme wijze, gebruik dienen te maken van een aanvraagformulier waarop door de aanvrager vermeld kan worden dat het hoofddeksel gedragen wordt om religieuze dan wel om medische redenen (een verklaring op eer). Dit is een praktijk die gangbaar is in de meeste landen van de Europese Unie. Het voorgaande moet ook op een duidelijke en uniforme wijze gecommuniceerd worden aan de gemeenten.