Advies over de studieopdracht en beleidsaanbeveling rond scootmobielen

14 februari 2017
Discriminatiegrond: Handicap
Bevoegdheidsniveau: Vlaamse Overheid

De Vlaamse overheid gaf het Instituut voor Mobiliteit (IMOB) de opdracht onderzoek te doen naar vervoerbare verplaatsingshulpmiddelen zoals scootmobielen. Unia kreeg de vraag om op de studie en de beleidsaanbevelingen feedback te geven. 

In maart 2013 beslist De Lijn om geen scootmobielen meer toe te staan op voertuigen van De Lijn. De Lijn voerde zelf een aantal onderzoeken uit en argumenteerde dat de maatregel nodig was om de veiligheid van de reizigers te verzekeren. Daarnaast kreeg het Instituut voor Mobiliteit (IMOB) van het Vlaams Ministerie van Mobiliteit en Openbare Werken de opdracht om onderzoek te doen naar vervoerbare verplaatsingshulpmiddelen op voertuigen van VVM De Lijn.

De studie van IMOB levert echter geen sluitende argumenten om deze beslissing van De Lijn te rechtvaardigen. Unia maakt dan ook de volgende aanbevelingen:

  • Het eerder gegeven advies blijft relevant.
  • Er is nood aan een studie die oplossingsgerichte aanbevelingen doet, waarbij wordt uitgegaan van de rechten van personen met een handicap.
  • Veiligheid is een terecht aandachtspunt, het moet op een betrouwbare en realistische manier worden onderzocht. 
  • Om deze aanbevelingen met succes te realiseren is beleidsparticipatie van personen met een handicap nodig. 

Unia hield bij deze aanbeveling rekening met het VN-Verdrag inzake de Rechten van Personen met een Handicap en met het decreet van 10 juli 2008 houdende een kader voor het Vlaamse gelijkekansen- en gelijkebehandelingsbeleid.

Download hiernaast de volledige aanbeveling van Unia aan de Vlaams minister van Mobiliteit en Openbare Werken Ben Weyts.