Volgens Europees mensenrechtenhof mag hoofddoek in Belgische rechtszaal

18 september 2018
Discriminatiegrond: Geloof of levensbeschouwing

België heeft het Verdrag voor de Rechten van de Mens geschonden door een vrouw met hoofddoek niet in de rechtszaal toe te laten. Dat bepaalde het Europese Hof voor de Rechten van de Mens dinsdag. Unia stelde de afgelopen jaren vaker vast dat sommige Belgische rechters mensen met een hoofddeksel niet binnenlieten in de rechtszaal. ‘Jaren geleden trokken we al aan de alarmbel hierover bij de bevoegde ministers. We zijn tevreden dat het Hof op dezelfde golflengte zit als wij.’

Een moslima uit een rechtszaal weren omdat ze een hoofddoek draagt, is volgens het Hof een inbreuk op artikel 9 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. Daarin staat dat het recht op vrijheid van godsdienst in het openbaar alleen kan beperkt worden met het oog op de goede zeden of de openbare orde. ‘Iemand die het hoofd bedekt in een rechtszaal is geen gevaar voor de openbare orde. Dat is duidelijk. We kaartten al langer aan dat sommige Belgische rechters onder andere hoofddoeken verbieden tijdens de zitting,’ zegt Els Keytsman, Unia-directeur.

“Ongedekten hoofde”

De feiten waarover het Europese Hof nu uitspraak doet, dateren van 2007. Een moslima mocht de rechtszaal van een Brusselse rechter niet binnen omdat ze een hoofddoek droeg. ‘De rechter die haar weigerde, baseerde zich daarvoor op artikel 759 uit het Gerechtelijk Wetboek. Dat artikel spreekt effectief van “eerbiedig een zitting bijwonen met ongedekten hoofde”,’ vertelt Keytsman.

Discriminatie

‘Maar, zoals we ook lieten weten aan de bevoegde ministers, dat bewuste artikel dateert uit de 19de eeuw. Toen was het dragen van een hoofddeksel cultureel ongepast tijdens een zitting want het verstoorde de eerbied. Vandaag gaat het over een religieuze uiting. Door religieuze tekens te verbieden in de rechtszaal discrimineer je moslims, joden, hindoes etc.’, gaat ze verder.

Respect is belangrijk

‘Voor alle duidelijkheid: wij vinden dat respect en stilte in de rechtszaal belangrijk is. Tegelijk vinden we dat het dragen van bijvoorbeeld een hoofddoek of keppeltje in de rechtszaal geen bewijs is dat de magistratuur niet gerespecteerd wordt.’

Vergelijkbare artikels

9 maart 2022

Oorlog in Oekraïne: samen naar een daadwerkelijke bescherming voor mensen op de vlucht

Myria, Unia, het Steunpunt tot bestrijding van armoede, bestaansonzekerheid en sociale uitsluiting, het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen (IGVM) en het Federaal Instituut voor de bescherming en de bevordering van de Rechten van de Mens (FIRM), verwelkomen de proactieve houding van de Belgische regering om tot een snelle bescherming te komen voor mensen die de oorlog  in Oekraïne ontvluchten.

10 december 2021

Hoofddoek toegelaten in de rechtbank: verouderd artikel in Gerechtelijk Wetboek eindelijk aangepast

Sommige rechters eisen nog steeds dat vrouwen hun hoofddoek afdoen in de rechtszaal – ondanks de veroordeling van België door het Europees Hof voor de Rechten van de Mens. Deze eis stoelt op een letterlijke interpretatie van artikel 759 van het Gerechtelijk Wetboek, dat nu werd aangepast. "Artikel 759 werd aangenomen in de 19e eeuw, in een tijd dat iedereen een hoed droeg," legt Unia-directeur Els Keytsman uit. "Het werd tijd dat België zijn verplichtingen nakwam en dit volkomen achterhaalde artikel wijzigde.”