Islamofobie is een prangend aandachtspunt bij de politie (Opinie)

8 december 2015
Actiedomein: Politie en justitie
Discriminatiegrond: RacismeGeloof of levensbeschouwing

Strijd tegen racisme moet beter geïntegreerd worden binnen de opleiding voor agenten en de politiediensten

Vijf jongeren met een migratieachtergrond worden op de grond gewerkt en brutaal gearresteerd terwijl ze mogelijk een fiets stelen. De politie houdt studenten aan voor een verhoor. De reden? Hun docent heeft tijdens een klassikaal debat verdachte dingen gehoord en onmiddellijk contact opgenomen met de ordediensten. Een andere leerling, ook moslim, krijgt plots de loop van een wapen op hem gericht terwijl hij zijn lunch wil betalen aan de kassa. Bij een politiecontrole wordt een islamdeskundige bijzonder grof behandeld. Een agent met Marokkaanse roots doet, uit vrees voor represailles, anoniem aangifte van ronduit racistische mails. 

Vandaag is het aan de bevoegde diensten van de politie om na te gaan of er bij deze incidenten geen deontologische regels met de voeten worden getreden. Daarnaast moet gekeken worden of discriminatie geen drijfveer was, en of er instructies zijn gegeven die dat doen vermoeden. Het is van cruciaal belang dat die onderzoeken plaatsvinden en dat ze onafhankelijk gebeuren. Zo vermijden we enerzijds dat we het politiewerk a priori als correct bestempelen, en trappen we anderzijds evenmin in de val om het direct te categoriseren als racistisch of een voorbeeld van ethnic profiling.

De opeenstapeling van deze incidenten tegen moslims, in de nasleep van de aanslagen in Parijs en de verhoogde terreurdreiging, is wellicht geen toeval.

In het kader van een overeenkomst met het ministerie van Binnenlandse Zaken werkt het Interfederaal Gelijkekansencentrum al jaren samen met de politie. We geven vormingen, coachen diensten en organiseren studiedagen. Vanuit die samenwerking formuleert het Centrum aanbevelingen aan de politiediensten.

Ons jaarverslag van 2013 zegt 'dat medewerkers van de politie weten dat diversiteit zeer ruim is. Maar in discussies en vragen verengt men diversiteit vaak tot 'de vreemdelingen'. Wanneer er wordt gevraagd wie 'de vreemdelingen' zijn, bedoelt men bovendien vaak enkel en alleen 'de moslims'. (...) Deze ideeën zijn meestal niet gebaseerd op reële contacten maar worden eerder gevoed door de algemene beeldvorming in onze samenleving, verhalen die de ronde doen binnen een eenheid, ....'

Islamofobie is een prangend aandachtspunt bij de politie. Zeker tijdens de opleidingen en binnen de teams.

In het licht van toegenomen spanningen, een hoog dreigingsniveau en expliciete of impliciete bevelen is het niet onwaarschijnlijk dat de latente vijandigheid tegenover moslims leidt tot tastbaar geweld. Binnen de opleiding voor agenten en de politiediensten moet de strijd tegen racisme dan ook beter geïntegreerd worden. Anders wordt de kans op buitenportioneel geweld in stressvolle situaties steeds reëler. Het hoofd van de Antwerpse politie, Serge Muyters, schenkt klare wijn: 'Behandel verdachten altijd correct en beleefd.' Ook de commissaris-generaal van de Belgische federale politie, Catherine De Bolle, laat er geen twijfel over bestaan: 'Mensen zijn verschillend en dat maakt samenleven juist boeiend. Voor ons politiemensen is het zaak om te weten hoe we met die verschillen moeten omgaan, om begrip en respect te vragen voor diversiteit en om zelf het goede voorbeeld te geven. Als hoeder en dienstverlener.'

We kijken naar iedere verantwoordelijke en leidinggevende binnen de politie en verwachten dezelfde ingesteldheid.

Zoals Paul Van Thielen, voormalig commissaris-generaal en docent mensenrechten in de politie-opleiding, heeft gezegd: 'Wanneer de politie hardhandig tussenkomt en dat achteraf onterecht blijkt te zijn, heeft dat zeker een negatief effect' en haalt dat het imago en de reputatie van de politie onderuit. Een tanende legitimiteit en effectiviteit zijn er het gevolg van. Dát is de paradox - en de val die we moeten vermijden. Zeker wanneer terroristen onze democratische vrijheden en onze rechtstaat onder vuur nemen, moeten we een politie hebben die ons allemaal beschermt.'

Patrick Charlier, codirecteur van het Centrum

Dit opiniestuk is vandaag verschenen op demorgen.be.

Vergelijkbare artikels

9 maart 2022

Oorlog in Oekraïne: samen naar een daadwerkelijke bescherming voor mensen op de vlucht

Myria, Unia, het Steunpunt tot bestrijding van armoede, bestaansonzekerheid en sociale uitsluiting, het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen (IGVM) en het Federaal Instituut voor de bescherming en de bevordering van de Rechten van de Mens (FIRM), verwelkomen de proactieve houding van de Belgische regering om tot een snelle bescherming te komen voor mensen die de oorlog  in Oekraïne ontvluchten.

10 december 2021

Hoofddoek toegelaten in de rechtbank: verouderd artikel in Gerechtelijk Wetboek eindelijk aangepast

Sommige rechters eisen nog steeds dat vrouwen hun hoofddoek afdoen in de rechtszaal – ondanks de veroordeling van België door het Europees Hof voor de Rechten van de Mens. Deze eis stoelt op een letterlijke interpretatie van artikel 759 van het Gerechtelijk Wetboek, dat nu werd aangepast. "Artikel 759 werd aangenomen in de 19e eeuw, in een tijd dat iedereen een hoed droeg," legt Unia-directeur Els Keytsman uit. "Het werd tijd dat België zijn verplichtingen nakwam en dit volkomen achterhaalde artikel wijzigde.”