Geweld gebruiken is uit den boze bij conflicten tussen gemeenschappen

24 november 2020
Actiedomein: Samenleving
Discriminatiegrond: Andere gronden

De correctionele rechtbank van Gent sprak zich uit op 16 november 2020 in de rechtszaak rond de vereniging Fedactio. Enkele beklaagden van Turkse afkomst stonden terecht voor het posten van berichten op de sociale media waarin werd opgeroepen tot haat en geweld, het aanbrengen van graffiti en het beschadigen van een gebouw van de vzw Fedactio, een koepel van verenigingen van de Gülen-beweging in België. Dat gebeurde nadat de Turkse president Erdogan en zijn aanhangers, na een mislukte poging tot staatsgreep in 2016, hadden opgeroepen om volgelingen van de Gülen-beweging te vervolgen en aan te pakken. Die oproep vond helaas ook gehoor in België.   

Zowel de vzw Fedactio als Unia waren partij in de zaak. Unia kreeg een symbolische schadevergoeding van 1 euro toegekend. Opmerkelijk aan deze zaak is dat ze te maken heeft met het criterium ‘politieke overtuiging’, wat zelden voorkomt. 

Gevaarlijke polarisatie 

“Wij stelden ons in dit dossier burgerlijke partij omdat het ging om heel ernstige feiten”, zegt Els Keytsman, directeur van Unia. “Bovendien hadden de feiten een aanhoudend karakter en droegen ze bij tot een gevaarlijke polarisatie binnen de Turkse gemeenschap in België. Unia begrijpt dat de gebeurtenissen in Turkije konden resulteren in angst, ongerustheid, kwaadheid of steunbetuigingen aan zowel Erdogan als Gülen. Het is ook begrijpelijk dat mensen zulke gevoelens willen uiten. Maar dat mag nooit leiden tot haatmisdrijven of oproepen tot discriminatie, haat of geweld.”  

Over de berichten waarin werd opgeroepen tot haat en geweld kon de correctionele rechtbank van Gent niet oordelen. Die berichten waren immers drukpersmisdrijven die te maken hebben met de criteria geloof en politieke overtuiging. Daarover moet het hof van assisen oordelen. De correctionele rechtbanken kunnen alleen tussenkomen wanneer het om raciale criteria gaat.  

In het vonnis wierp de correctionele rechtbank wel de vraag op “of het nog wel te rechtvaardigen is dat bepaalde potentieel strafbare meningsuitingen (met name deze ingegeven door racisme of xenofobie) voor de (makkelijker toegankelijke) correctionele rechtbank kunnen worden gebracht, terwijl voor andere potentieel strafbare meningsuitingen een hof van assisen dient te worden samengesteld, wat in de praktijk vaak neerkomt op depenalisering.” De rechtbank wees in dat verband ook nog op het ontstaan van allerlei online mediaplatformen waardoor “het bijzonder gemakkelijk is geworden om in alle anonimiteit potentieel strafbare gedachten te verspreiden”. Unia vraagt overigens al lang om artikel 150 van de Grondwet aan te passen. Op die manier zou het mogelijk worden om meer haatmisdrijven op dezelfde manier te vervolgen. 

Uitgesproken straffen 

De twee personen die graffiti hadden aangebracht, werden allebei veroordeeld tot een geldboete van 1.200 euro met 3 jaar uitstel voor een gedeelte van 900 euro. Daarbij werd het haatmotief weerhouden: de rechtbank oordeelde dat de daders hadden gehandeld uit haat, misprijzen of vijandigheid tegenover de aanhangers van de Gülen-beweging. De teksten die werden aangebracht waren onder meer: “Wij willen jullie niet in deze wijk, jullie lafaards” en “Wij willen jullie niet FETO-terroristen (nvdr: 'Fetullah Terrorist Organization'). Honden, wij willen jullie niet.”   

De persoon die werd vervolgd voor het beschadigen van een gebouw van de vzw Fedactio werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van 6 maanden met 3 jaar uitstel en een geldboete van 1.600 euro met drie jaar uitstel voor een gedeelte van 800 euro. De rechtbank weerhield het haatmotief niet omdat niet met zekerheid kon worden vastgesteld dat de dader had gehandeld uit haat, misprijzen of vijandigheid. De dader had verklaard dat hij dronken was op het ogenblik van de feiten en in die toestand had besloten om tot de actie over te gaan. 

‘Geen politieke conflicten overbrengen naar België’  

In ons land heerst een cultuur die gestoeld is op dialoog en discussie, merkt Els Keytsman op. “Wanneer mensen zich hier solidair tonen met politieke bewegingen in andere landen, bij buitenlandse conflicten, mag dat niet gebeuren op een wijze die deze cultuur in het gedrang brengt”. 

“Het is geen probleem dat mensen van mening verschillen en die meningsverschillen uiten”, aldus Keytsman. “Maar als men zelf het initiatief neemt om geweld te plegen en polarisatie aan te wakkeren, dan wordt er wel een grens overschreden. Discussies op het scherp van de snee en ook betogingen of protestacties zijn geen probleem. Maar het kan niet dat leden van één gemeenschap besluiten om mensen uit een andere gemeenschap te bedreigen en aan te vallen. Zo maak je een normale samenleving onmogelijk.” 

Vergelijkbare artikels