Haatboodschappen moeten vaker worden vervolgd en veroordeeld
Haatboodschappen worden dikwijls niet bestraft omdat de gerechtelijke procedure te zwaar en omslachtig is. Op een hoorzitting in de Kamer (afgelopen woensdag) heeft Unia haar vraag herhaald om artikel 150 van de Grondwet aan te passen en de kwestie zo beter aan te pakken.
“Als we de Grondwet zouden aanpassen, zouden we veel meer gevallen van hatespeech kunnen veroordelen. Dit zou ons enorm helpen om de maatschappelijke verhoudingen veel harmonieuzer en serener te maken. Daarom steunen we goede wetsvoorstellen om dit probleem aan te pakken”, zegt Els Keytsman, directeur van Unia.
Geschreven haatboodschappen die in het openbaar worden verspreid (‘persdelicten’) moeten worden berecht door een hof van assisen. Maar dat gebeurt niet in de praktijk want deze procedure is duur, tijdrovend en omslachtig. Voor geschreven haatboodschappen op basis van racisme of vreemdelingenhaat maakt artikel 150 een uitzondering: die worden door de correctionele rechtbank behandeld.
Unia wil dat de wetgeving wordt aangepast zodat de procedure wordt uitgebreid naar haatboodschappen op grond van levensbeschouwing of geloof, handicap, leeftijd, seksuele geaardheid en geslacht.
“We praten hier alleen over strafbare uitspraken zoals boodschappen die aanzetten tot discriminatie, haat of geweld in het openbaar. Het principe van de vrije meningsuiting blijft uiteraard overeind – en dat is ook een belangrijke vrijheid die Unia verdedigt”, verklaart Keytsman.
Melders begrijpen verschillen niet
Unia krijgt ieder jaar heel wat meldingen over strafbare hatespeech binnen. Voor de burgers is het heel moeilijk om te begrijpen waarom sommige feiten wel kunnen worden aangepakt en andere juist niet. Die selectieve manier van optreden is niet alleen frustrerend voor burgers maar ook voor onze instelling, onderstreept Keytsman.
Een voorbeeld: wie haatboodschappen produceert en daarbij bijvoorbeeld verwijst naar ‘Marokkanen’ of ‘Turken’ (nationaliteit of herkomst), kan worden vervolgd door de correctionele rechtbank. Wie het heeft over ‘moslims’ (geloof), ontsnapt doorgaans aan vervolging omdat dit voor assisen zou moeten komen. Verspreiders van haatboodschappen weten dat ook en maken daar handig gebruik van.
Nog een voorbeeld: een homofobe boodschap op Facebook – een geschreven bericht – moet voor het hof van assisen komen. Maar een homofobe video op YouTube – een mondelinge boodschap – moet dan weer worden berecht door een correctionele rechtbank.
Voorbeelden uit de praktijk
Unia stelde zich bijvoorbeeld burgerlijke partij tegen Fouad Belkacem (Sharia4Belgium), die in een filmpje op YouTube omstreden uitspraken had gedaan over niet-moslims. In een krant had de man bovendien over homo’s verklaard: “Er is geen plaats voor hen en een geleerde zal hen waarschijnlijk tot de dood veroordelen”, een uitspraak waarvoor Unia zich geen burgerlijke partij kon stellen. De publieke opinie begreep niet goed waarom Unia in het ene geval wel kon optreden en in het andere geval niet.
Zie ook
- Bevestiging in hoger beroep voor eerste Belgische veroordeling van online haatzaaiende memes
- Identitaires Ardenne: twee beheerders krijgen zes maanden celstraf zonder uitstel
- Hatespeech op sociale media tegen Cécile Djunga veroordeeld
- Geweld gebruiken is uit den boze bij conflicten tussen gemeenschappen
Vergelijkbare artikels
Lokale verkiezingen in het teken van gelijke kansen
De gemeenteraadsverkiezingen zijn hét moment om een nieuwe wind door het gelijkekansenbeleid te laten waaien. Daarom lanceerde Unia een website vol concrete voorbeelden om gemeentes te inspireren. We bestuderen ook de toeganklijkheid van de verkiezingen en trekken hier lessen uit voor de verkiezingen van 2019.
Safer Internet Day : Unia gaat nauwer samenwerken met Europese Commissie
‘In maart rapporteert Unia zes weken aan de Europese Commissie welke haatberichten de socialmediabedrijven verwijderen en hoe snel ze dit doen,’ legt Keytsman uit.
Unia is klaar voor de verkiezingen van 2024
Denk je dat de verkiezingen in 2024 nog ver weg zijn? Niet voor Unia. Ons team finaliseerde in mei 74 aanbevelingen. Sinds kort gaan ze met dit memorandum langs bij politieke partijen, sociale partners en middenveldorganisaties.
Betere bestrijding van discriminatie op Brusselse arbeidsmarkt
Nieuwe ordonnantie biedt Gewestelijke Werkgelegenheidsinspectie meer mogelijkheden om discriminatie beter te bestrijden