Mensenrechten in woonzorgcentra en COVID-19: een ongelukkig huwelijk

1 oktober 2021
Discriminatiegrond: LeeftijdAndere gronden

Wat waren de gevolgen van de pandemie voor de mensenrechten van ouderen in woonzorgcentra? Op de Internationale Dag van de Ouderen op 1 oktober presenteert Unia de bevindingen van een exclusieve studie over dit onderwerp. Hun mensenrechten werden tijdens de coronacrisis onvoldoende gerespecteerd, is de conclusie.

In België woont 8,5% van de bevolking van 65 jaar en ouder in woonzorgcentra (rust- en verzorgingstehuizen). De mediane verblijfsduur is iets meer dan 2 jaar.

Hoe ervaarden ouderen die in onze woonzorgcentra wonen, de Covid-maatregelen om de verspreiding van het virus tegen te gaan? Unia wilde dit begrijpen vanuit een sociologisch én juridisch perspectief via interviews. Tussen oktober 2020 en februari 2021 spraken we daarom met 80 professionals zoals directies van woonzorgcentra en OCMW's, advocaten, medewerkers van ngo's, gerontologen, enz.

Te veel beslissingsruimte overgelaten aan woonzorgcentra

De niet-bindende overheidsinstructies zorgden ervoor dat woonzorgcentra zelf de maatregelen moesten beoordelen qua proportionaliteit. De ernst van de situatie, de angst voor het virus en het gebrek aan personeel en middelen leidden tot te strenge maatregelen, en daardoor tot schendingen van rechten van de bewoners.

Gebrek aan analyse en inschatting van de gevolgen

De overvloed aan richtlijnen en de interpretaties daarvan leidden tot grote misverstanden bij de zorgprofessionals. Bovendien vinden zij dat de overheid de gevolgen van de opsluitingsmaatregelen niet ernstig genoeg op voorhand heeft geanalyseerd, ondanks de - met name ethische - problemen die deze veroorzaakten. De maatregelen zorgden voor sociaal, emotioneel en fysiek isolement (bezoekverbod, geen activiteiten meer, maaltijden op de kamer) met risico’s op angst, verslechtering van de algemene gezondheidstoestand, agressie en emotionele instabiliteit. Sommige woonzorgcentra werden geconfronteerd met depressies en zelfs zelfmoordpogingen van bewoners.

Mensenrechten met de voeten getreden

De lockdown en vrijheidsbeperkingen troffen alle burgers, maar hadden een nog grotere impact op de bewoners van woonzorgcentra. Het belang van de bescherming van de collectieve gemeenschap ging er ten koste van hun individuele rechten. De maatregelen versterkten de reeds bestaande situaties van isolement en zorgden zelfs voor een ‘sociale dood’ van de bewoners.

De respondenten gaven aan dat de autonomie, de wensen van de bewoners of hun vermogen tot zelfbeschikking en redeneringsvermogen werden miskend door het eenzijdig van bovenaf opleggen van wetteljjke regels.

Bewoners van woonzorgcentra werden tijdens de lockdown opgesloten (soms zelfs onder dwang) omdat ze door hun leeftijd extra kwetsbaar zouden zijn. Maar door deze focus op medische kwetsbaarheid werd de mens achter de bewoner vergeten. De opgelegde beperkingen trokken daardoor de eigenheid van de bewoners in twijfel en introduceerden ongewild het ageïsme (leeftijdsdenken) in de openbare besluitvorming.

Structurele problemen

Ten slotte bracht deze crisis andere belangrijke structurele obstakels bij de woonzorgcentra aan het licht: ontoereikende financiering, gebrek aan coördinatie tussen de gezondheidssector en de langdurige zorgsector, onvoldoende erkenning voor het personeel dat deze zorg verstrekt, enz.

Actiemogelijkheden

Op basis van deze bevindingen formuleerde Unia aanbevelingen aan de overheid over de bijzondere situatie tijdens de pandemie, over meer structurele aspecten van de residentiële zorg en over maatschappelijke factoren.

Unia blijft verder ook pleiten voor een internationaal verdrag voor de rechten van ouderen.

"De pandemie heeft duidelijk gemaakt hoe hard mensenrechten onderling afhankelijk zijn, maar ook hoe groot de spanningen tussen die rechten zijn en hoe moeilijk het is ze met elkaar te verzoenen en met elkaar in evenwicht te brengen. Ze heeft een aantal beperkingen van het huidige WZC-model blootgelegd en tegelijk aangetoond dat de betrokkenen blijk hebben gegeven van solidariteit, inzet en reactievermogen en zo soms braken met de gebruikelijke versnippering van het zorgstelsel als geheel. Tot slot bleek door de pandemie de noodzaak om af te stappen van een ‘dienstverleningsmodel’ ten voordele van een ‘model waar men ten dienste staat van mensen’. In 2050 zal 1 op de 6 mensen in onze samenleving ouder zijn dan 65. De pandemie biedt ons de gelegenheid om te bouwen aan een nieuw proces om te komen tot ‘een nieuw normaal", besluit Els Keytsman, directeur van Unia.

Vergelijkbare artikels