Opinie: Racisme 2.0: een ander racisme vraagt een ander beleid

30 juli 2013
Discriminatiegrond: Racisme

Op 30 juli 1981 trad de Antiracismewet in werking, waarmee het VN-verdrag tegen rassendiscriminatie in Belgische wetgeving werd omgezet. En twintig jaar geleden, in 1993, richtte het parlement ook het Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding op, dat straks hervormd wordt tot een interfederaal antidiscriminatiecentrum en een federaal migratiecentrum. Die verjaardag was de aanleiding voor een publicatie. Daarin geven 20 ‘getuigen’ – juristen, kunstenaars, sociologen, filosofen, bezorgde medeburgers en (voormalige) mandatarissen – hun kijk op de acties en standpunten over die eerste opdracht van het Centrum: de strijd tegen racisme en voor gelijke kansen. Elk van hen beseft dat de maatschappelijke context in die twintig jaar grondig is gewijzigd, en dat we het racisme van vandaag goed moeten begrijpen, willen we het effectief bestrijden.

Het racisme van vandaag is niet meer dat van 1981. Het kenmerkt zich intussen ook door de afwijzing van migratie, de afwijzing van de islam, en door toenemende spanningen in een meer diverse samenleving. De afwijzing van migratie in de eerste plaats. De ‘nulmigratie’ was altijd al een illusie; een zich uitbreidende EU en de voortschrijdende globalisering vragen meer dan ooit om een goed migratiebeleid. Toch voert een negatieve houding ten opzichte van migratie de boventoon, gepaard gaand met een ontstellend gebrek aan kennis. Zo weten weinigen dat vandaag ruim twee derde van de immigranten uit Europa komt, en slechts 9 procent uit de Magreb en Turkije.

Het overgrote deel van de migranten is helemaal geen moslim, en het overgrote deel van de moslims is geen migrant en is vaak als Belgisch staatsburger geboren. Sinds 1974 erkent België de islam als eredienst, maar na 9/11 is de islam een ware obsessie geworden. Sommigen stellen dat ze louter ‘de islam’ als systeem, als totalitaire godsdienst afwijzen, maar kunnen het toch niet laten om élke moslim op z’n best als een integrist, seksist, macho of homohater aan te merken, en op z’n slechtst als een terrorist. Voor hen mag er in geen geval een vermenging van culturen optreden: wat is eigenlijk het verschil met zij die zich tegen rassenvermenging hebben verzet? Ze sturen het maatschappelijke debat in de richting van morele waarden en maatregelen van culturele homogenisering, en zo gaat het niet langer over gelijke participatie aan de drie W’s van Paula D’Hondt – werken, weten en wonen. Het concept racisme is diffuser geworden, stelt Tom Naegels in onze publicatie. Het gaat ook om onwennigheid en angst, en om lankmoedigheid tegenover wie ‘anderen’ uitsluit en discrimineert.

De samenleving is onbetwistbaar veel meer divers geworden: ze is niet meer monotoon blank, noch dominant mannelijk, christelijk en heteroseksueel. Dat leidt tot meer spanningen tussen meerderheid en minderheden, maar evengoed tussen minderheden onderling. Geen enkele groep is vrij van racisme: Blood & Honour en Sharia4Belgium zijn objectieve bondgenoten.

Welk beleid hebben we nodig om met dit racisme 2.0 om te gaan? In de eerste plaats mogen we gerust wat meer vertrouwen hebben in de heilzame werking van de rechtsstaat en van de democratie. Die heeft er de laatste 50 jaar toe geleid om vrouwen en mannen, homo’s en hetero’s, ouderen en jongeren, personen met en zonder handicap gelijke rechten toe te kennen. Onze democratie is best wel in staat om volwassen om te gaan met verschillen in religie; een ‘zuivere’ samenleving is per definitie geen democratie.

Daarnaast is een doorgedreven participatiebeleid essentieel. Elke studie toont de kloof aan tussen burgers met en zonder migratieachtergrond, met name in arbeid en onderwijs. Onze samenleving kan het zich niet permitteren om zo veel talent verloren te laten gaan, en innovatie en creativiteit gedijen pas als verschillen gewaardeerd en gestimuleerd worden. Dat is een uitdaging voor elke beleidsmaker, elke bedrijfsleider en onderwijsverantwoordelijke; het vraagt visie, instrumenten, en permanent meten en bijsturen.

Lokale besturen kunnen par excellence bijdragen aan het slopen van barrières door het buurt- en verenigingsleven zuurstof te geven. Het zal een veel rijker ‘wij’ creëren als we ons focussen op wat we met elkaar willen doen in de toekomst. Zich blijven richten op wie al dan niet ‘van hier’ is, autochtoon of allochtoon is, leidt tot steriliteit.

Het racisme van vandaag mag dan wel een 2.0-versie zijn, dat doet niets af van de belofte van de Antiracismewet: dat elke inwoner van dit land gelijk in rechten en in waardigheid geboren wordt, en en kan rekenen op gelijke kansen om die te realiseren, ook in een veranderende samenleving. Dat vergt van ons dat we – elk op onze plek – de tekenen des tijds begrijpen, ons met woorden blijven verzetten tegen een simplistisch antimigratie- en antimoslimdiscours, en dat we ons met daden engageren, elk op zijn eigen plek.

Jozef De Witte, directeur

Dit opiniestuk is vandaag verschenen in De Morgen.

20 jaar actie. 20 standpunten. Reflecties over de eerste opdrachten van het Centrum’.

Vergelijkbare artikels