Na een woordenwisseling heeft mevrouw R.B. tijdens een personeelsfeest van de beleidscel op 20 december 2008 haar glas stuk geslagen op de wang van het slachtoffer met een snee van 10 centimeter als gevolg. Deze slagen en verwondingen werden aangebracht als verzwarende omstandigheid omdat ze ingegeven waren door haat, minachting of vijandigheid ten opzichte van het slachtoffer omwille van haar huidskleur. R.B. zou het niet kunnen verdragen hebben te moeten werken onder leiding van iemand met een andere huidskleur en toonde zich bovendien meermaals racistisch tegenover haar.

Zowel het Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding als de Franstalige Gemeenschap stelde zich burgerlijke partij voor het slachtoffer in deze zaak. Het parket vorderde een werkstraf van 120 uren of 10 maanden gevangenisstraf.

De rechtbank heeft de verzwarende omstandigheid van het racistische motief voor de slagen en verwondingen niet in overweging genomen. Volgens de rechter ging het immers om een gedeelde verantwoordelijkheid. Wat de slagen en verwondingen betreffen, staat de rechter een opschorting van uitspraak toe met probatiemaatregel (R.B. werd louter gevraagd een sensibiliseringsvorming over geweld te volgen).

Het Centrum verwondert zich sterk over deze beslissing en zal hiertegen meer dan waarschijnlijk de komende dagen in beroep gaan.

Het Centrum registreert jaarlijks talrijke meldingen met betrekking tot raciale criteria (zogenaamd ras, huidskleur, afkomst, nationale of etnische afstamming) op de werkvloer. In 2009 had 46% van de dossiers over arbeid en werkgelegenheid betrekking op raciale criteria. Het grootste deel van deze meldingen gaat over spanningen, racistische beledigingen en pesterijen tussen collega’s.