Die belofte dateert van 2001. Op de antiracismeconferentie in Durban engageerde ons land zich om racisme, raciale discriminatie en alle vormen van intolerantie te bestrijden met een actieplan. België herhaalde dat voornemen sindsdien wel, maar voerde het nog niet uit. Vorige maand tikte het VN-Comité inzake de Uitbanning van Rassendiscriminatie onze overheden daarvoor nog op de vingers.

De Witte: “Racisme komt voor in alle domeinen van onze samenleving. Om er succesvol de strijd mee aan te binden, moeten de federale overheid, de gewesten en de gemeenschappen een gezamenlijke – en dus interfederale – strategie uittekenen, in overleg met sociale partners, middenveldorganisaties en academici. Die strategie moet repressieve en preventieve elementen omvatten, ze moet duidelijke doelstellingen formuleren en instrumenten aanduiden, ze moet aangeven hoe de resultaten worden gemeten en hoe wordt bijgestuurd. Net zoals het interfederale actieplan tegen homo- en transfobie dat deed in 2013.”

De tijd is er rijp voor, onderstreept De Witte. “Om te beginnen treden na de verkiezingen van 25 mei nieuwe federale, gewest- en gemeenschapsregeringen aan: zij kunnen zich er in hun regeerakkoorden toe verbinden om het langverwachte gezamenlijke plan tegen racisme te lanceren. Bovendien is het Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding deze maand hervormd tot een Interfederaal Gelijkekansencentrum: als onafhankelijk mechanisme kan het voortaan het antiracismebeleid van álle Belgische overheden monitoren en bevorderen.”

Om de strijd tegen racisme en raciale discriminatie opnieuw op de voorgrond te plaatsen, zal het Interfederaal Gelijkekansencentrum zijn ‘Jaarverslag Discriminatie/Diversiteit 2013’ aan het thema ophangen. Dat jaarverslag wordt op 20 mei 2014 voorgesteld.