Tuchtprocedure BIV: eerste uitspraak over discriminatie

4 juli 2011
Actiedomein: Huisvesting

Het Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding heeft kennis genomen van de beslissing van de Kamer van Beroep van het Beroepsinstituut van Vastgoedmakelaars (BIV) dat een vastgoedmakelaar een waarschuwing gaf omdat hij ingegaan was op een discriminerende opdracht.

De vastgoedmakelaar in kwestie weigerde een appartement te verhuren aan een Belg van vreemde afkomst met als argument “dat de eigenaar en de buren geen vreemdelingen in het gebouw wilden”. Hij verantwoordde zich door erop te wijzen dat hij louter als commerciële tussenpersoon optrad en zo wou tegemoetkomen aan de wensen van zijn klant en zijn buren.

In het verleden was de vastgoedmakelaar al veroordeeld door de correctionele rechtbank voor dezelfde feiten. Het Centrum had daarop een dossier ingediend voor een tuchtprocedure bij het BIV. Het BIV is namelijk bevoegd voor de controle van het respecteren door vastgoedmakelaars van de deontologische code voor hun beroep waarvan het verbod op discriminatie deel uitmaakt.

Net als de correctionele rechtbank, oordeelt nu ook de Kamer van Beroep van het BIV dat de vastgoedmakelaar zich schuldig maakte aan discriminatie. Dat de makelaar hiervoor de opdracht gekregen had van een eigenaar stelt hem niet vrij van zijn verantwoordelijkheid om hierop niet in te gaan. De Antidiscriminatiewet verbiedt immers te discrimineren, opdracht te geven tot discriminatie en in te gaan op een discriminerende vraag.

“Dat discriminatie in de huisvestingssector hardnekkig aanwezig blijft, blijkt ook uit de meldingen die het Centrum in 2010 ontving”, zegt Jozef De Witte, Directeur van het Centrum. “Maar liefst 38% van de 338 nieuwe dossiers in 2010 waarin sprake was van een vermoedelijke discriminatie bij het aanbod van of de toegang tot goederen en diensten betreffen de huisvestingsmarkt. Meestal ging het daarbij over vermoedelijke discriminatie op grond van zogenaamde raciale criteria (41%) of vermogen (25%). Maar daarnaast meldden ook steeds meer personen met een handicap de problemen die zij op de huisvestingsmarkt ondervonden (20%).”

Het is de eerste keer sinds zijn bestaan dat het BIV zich uitspreekt over een zaak van discriminatie. De bevoegdheid van het BIV om te oordelen in dossiers over discriminatie wordt al te vaak miskend. De beslissing over dit dossier toont daarentegen aan dat een dergelijke procedure een interessant alternatief kan bieden voor een juridische procedure. Bovendien kan iedereen die wenst klacht neer te leggen tegen het gedrag van een vastgoedmakelaar een beroep doen op deze procedure.

Het Centrum werkt al enkele jaren proactief en constructief samen met het BIV om de sector te sensibiliseren over de antidiscriminatiewetgeving.

De beslissing van deze zaak en meer informatie over de tuchtprocedure van het BIV kan u terugvinden op hun website: www.biv.be