Zoek Beslissing
Correctionele rechtbank Namen, 9 maart 2017
Mijnheer V. werd vervolgd omdat hij een slag toebracht aan mevrouw N. die bij hem thuis kwam om zijn echtgenote te verzorgen. De feiten gingen gepaard met beledigingen wegens de Afrikaanse afkomst van mevrouw N. De rechtbank weerhield racisme als verzwarende omstandigheid.
Rechtbank van eerste aanleg Namen, 5 mei 2015
Een verhuurder eiste dat zijn kandidaat-huurders een arbeidsovereenkomst van onbepaalde duur of minstens een arbeidsovereenkomst hadden. Unia ontving verschillende meldingen die erop wezen dat de verhuurder zulke eisen vaker stelde, ondanks beloften om zich aan de wet te zullen houden.
Correctionele rechtbank Dinant, 16 januari 2014
Tijdens een politiecontrole beledigde en bedreigde een man de agenten. Hij werd onder meer vervolgd wegens aanzetten tot haat op basis van 'raciale criteria' (vanwege de uitspraak “Va baiser ta sale noire”).
Correctionele rechtbank Dinant, 7 februari 2013
Een man van vreemde afkomst kreeg slagen en werd belaagd in de omgeving van het station van Dinant.
Correctionele rechtbank Luik, 3 maart 2011
Twee mannen worden beschimpt en geslagen door de passagier van een wagen die naast hen reed toen ze hand in hand wandelden. De andere passagiers van de wagen komen niet tussen bij het toedienen van de slagen. De rechtbank analyseert de uiteenlopende verklaringen en leidt er uit af dat er wel degelijk sprake is van verzwarende omstandigheden en aanzetten tot geweld op grond van de seksuele geaardheid van de slachtoffers.
Arbeidsrechtbank Namen, 10 januari 2011
De werkgever ontslaat een werkneemster voor zware fout ingevolge bewoordingen die ze geuit heeft op een facebookpagina waar tal van werknemers van het bedrijf actief op zijn. Bij de feitenanalyse blijkt dat de bewoordingen in hun context moeten geplaatst worden, en dat ze moeten genuanceerd worden gelet om een ruimer conflict binnen de onderneming. De bewoordingen mochten niet zonder reactie blijven maar een ontslag om zware fout was niet gerechtvaardigd.
Jeugdrechtbank Dinant, 14 juli 2010.
Een minderjarige en zijn ouders, als burgerlijk aansprakelijke, verschijnen voor de jeugdrechtbank wegens twee feiten van slagen en verwondingen. Enerzijds zijn de slachtoffers twee andere jongeren en anderzijds een lid van het onderwijzend personeel. De rechtbank meent dat de minderjarige niet moet gestraft worden. Inderdaad, zijn leeftijdgenoten die slagen kregen zeiden hem constant dat hij een vuile vreemdeling was die moest opkrassen en de slagen toegediend aan de leerkracht waren het gevolg van zijn racistische bemerkingen. Deze provocaties hadden tot gevolg dat de jongere niet meer beschikte over zijn vrije wil.
Correctionele rechtbank van Dinant, 20 april 2004
Het bekritiseren van Israel, zelfs door het verschaffen van informatie die achteraf verkeerd blijkt te zijn, is geen aanzetten tot rassenhaat. In deze zaak ontbreekt zowel het intentionele element als de materiële bestanddelen van de inbreuk “aanzetten tot rassenhaat”, zodat de rechtstreeks gedaagden vrijgesproken worden.
Correctionele rechtbank van Namen, 10 oktober 2003
Een adoptiekind krijgt racistische bewoordingen naar het hoofd geslingerd. De rechtbank meent dat er niet kan gesproken worden van aanzetten tot haat aangezien de boodschap maar tot één persoon gericht is. Het gaat daarentegen om een belediging, zij het mondeling, dus een overtreding waarvoor de verjaring is ingetreden.
Jeugdrechtbank van Dinant, 22 oktober 2001
Een groepje minderjarigen bedreigde drie jongeren, waarvan één zwarte en één van Marokkaanse herkomst. Door het beledigingen en het dreigen met geweld, verhinderde dit groepje hen om dezelfde trein te nemen. Bovendien bleek dat de minderjarigen gekend waren voor hun racistische uitspraken en hun fascistoïde gedrag (hakenkruisen op hun schriften, nazi-groet, " I love Hitler ").
Volg ons op onze sociale media