Arbeidshof Luik, afdeling Neufchâteau, 26 april 2023
Het louter weigeren van redelijke aanpassingen is voldoende om discriminatie vast te stellen, op voorwaarde dat de redelijke aanpassingen niet onevenredig lijken.
Datum: 26 april 2023
Instantie: arbeidshof Luik, afdeling Neufchâteau
Criterium: handicap
Domein: werk
De feiten
Een man werkte in een maatwerkbedrijf. Na afwezigheid wegens ziekte mocht hij het werk hervatten mits een aantal redelijke aanpassingen. Het bedrijf ging hier niet op in en ontsloeg de man wegens medische overmacht.
Beslissing
Artikel 28 van de Antidiscriminatiewet bepaalt dat het slachtoffer feiten moet aanvoeren die het bestaan van discriminatie kunnen doen vermoeden. De tegenpartij moet vervolgens bewijzen dat er geen discriminatie is geweest. Het artikel definieert wat onder meer (maar niet uitsluitend) begrepen moet worden onder feiten die het bestaan van directe en indirecte discriminatie kunnen doen vermoeden. Het artikel bevat geen bewijsregels met betrekking tot het weigeren van redelijke aanpassingen.
Het arbeidshof leidt hieruit af dat het louter weigeren van redelijke aanpassingen voldoende is om discriminatie vast te stellen, op voorwaarde dat de redelijke aanpassingen niet onevenredig lijken.
In casu had het bedrijf geen enkel concreet bewijs aangebracht dat aantoonde dat het niet mogelijk was om in redelijke aanpassingen te voorzien. Het bedrijf had enkel bevestigd dat geen redelijke aanpassingen mogelijk waren. Daardoor was voor de man het weigeren van redelijke aanpassingen aangetoond en bijgevolg ook de discriminatie.
Unia was geen betrokken partij.
Afgekort: Arbh. Luik, afd. Neufchâteau, 26-04-2023 – rolnummer 2022/AU/25