Arbeidsrechtbank Antwerpen, afdeling Mechelen, 11 januari 2022

11 januari 2022
Actiedomein: Andere domeinen
Discriminatiegrond: Handicap
Gerechtelijk arrondissement: Antwerpen
Rechtsmacht: Arbeidsrechtbank

In de polis van een verzekering gewaarborgd inkomen wordt een uitzondering voorzien voor het geval waarin de arbeidsongeschiktheid voortvloeit uit een psychische aandoening van de verzekerde. De arbeidsrechtbank oordeelt dat die uitzondering strijdig is met de Antidiscriminatiewet en bijgevolg nietig is. Artikel 15 Antidiscriminatiewet bepaalt namelijk dat bepalingen die strijdig zijn met de Antidiscriminatiewet, en bedingen die bepalen dat een contracterende partij bij voorbaat afziet van de rechten die door de Antidiscriminatiewet worden gewaarborgd, nietig zijn.

Datum: 11 januari 2022

Instantie: arbeidsrechtbank Antwerpen, afdeling Mechelen

Criterium: handicap en gezondheidstoestand

Domein: sociale bescherming

De feiten  

Een vrouw is arbeidsongeschikt als gevolg van een depressie. Ze is begunstigde van een verzekering gewaarborgd inkomen. In de polis staat dat de waarborg beperkt wordt beperkt tot twee jaar in geval van psychische aandoeningen. Voor andere ziektes of aandoeningen is dat niet het geval.

Beslissing 

De arbeidsrechtbank wijst erop dat de Antidiscriminatiewet van openbare orde is. De verzekeringsmaatschappij kan zich dus niet beroepen op de contractuele vrijheid of de gangbare praktijken binnen de verzekeringssector, maar moet de bepalingen van de Antidiscriminatiewet respecteren.

De Antidiscriminatiewet verbiedt elk direct of indirect onderscheid op basis van handicap of gezondheidstoestand, maar niet als dit onderscheid objectief kan worden gerechtvaardigd door een legitiem doel en de middelen voor het bereiken van dat doel passend en noodzakelijk zijn (artikel 7 en 9 Antidiscriminatiewet).

Volgens de arbeidsrechtbank is het irrelevant of de handicap of gezondheidstoestand het gevolg is van een lichamelijke of een psychische aandoening.  In beide gevallen is de persoon beschermd tegen discriminatie. Een onderscheid tussen fysieke en psychische aandoeningen is bijgevolg enkel mogelijk wanneer dit onderscheid objectief kan worden gerechtvaardigd door een legitiem doel en de middelen voor het bereiken van dat doel passend en noodzakelijk zijn.

De arbeidsrechtbank gaat na of het gemaakte onderscheid gerechtvaardigd kan worden en besluit dat dit niet het geval is.  De bepaling uit de polis die een onderscheid maakt tussen psychische aandoeningen en andere ziektes of aandoeningen is bijgevolg strijdig met de Antidiscriminatiewet. Op grond van artikel 15 Antidiscriminatiewet is de bepaling nietig.

Unia was geen betrokken partij.

Afgekort: Arbrb. Antwerpen, afd. Mechelen, 11-01-2022