Raad van State, 8 januari 2024

8 januari 2024
Actiedomein: Andere domeinen
Discriminatiegrond: Handicap
Rechtsmacht: Raad van State

In Vlaanderen wordt een zorgbudget toegekend aan personen met een handicap. Een decreet had tot gevolg dat de sociale bescherming van personen met een handicap die een volledige aanvraag hadden ingediend voor 17 maart 2020 aanzienlijk verminderde. De Raad van State oordeelt dat dit strijdig is met het standstill-beginsel en de materiële motiveringsplicht.

Datum: 8 januari 2024

Instantie: Raad van State

Criterium: handicap

De feiten   

Door een Vlaams decreet van 25 april 2014 ‘houdende de persoonsvolgende financiering voor personen met een handicap en tot hervorming van de wijze van financiering van de zorg en de ondersteuning voor personen met een handicap’ werd de organisatie van de persoonsvolgende financiering voor personen met een handicap grondig gewijzigd. De Vlaamse overheid besliste om een omslag te maken van de financiering van voorzieningen voor personen met een handicap naar de rechtstreekse financiering van personen met een handicap zelf.

De vzw Gelijke rechten voor iedere persoon met een handicap (GRIP) stelde bij de Raad van State een beroep in tot vernietiging van het besluit van de Vlaamse regering van 5 maart 2021. Door een nieuwe regeling, die voorzag in een ‘actualisatie, werd het recht op sociale bescherming aanzienlijk verminderd voor personen met een handicap die een volledige aanvraag hadden ingediend voor 17 maart 2020. De actualisatie kwam erop neer dat alle personen op een wachtlijst met een aanvraag voor 17 maart 2020 systematisch erop achteruit gingen. Daarnaast werd de vergoeding voor beheerskosten verminderd door de personen met een handicap die hadden gekozen voor een cashbudget.

Beslissing  

De vzw Gelijke rechten voor iedere persoon met een handicap voerde een schending aan van het standstill-beginsel en van de materiële motiveringsplicht.

De Raad van State stelde vast dat de bestreden bepaling de bescherming aanzienlijk verminderde, zonder dat dit kon worden gerechtvaardigd door redenen van algemeen belang. De desbetreffende bepalingen werden vernietigd.

Unia was geen betrokken partij.

Afgekort: RvS., nr. 258.354, 8-1-2024

Downloads