Arbeidsrechtbank Luik, 24 februari 2022

24 februari 2022
Actiedomein: Werk
Discriminatiegrond: Geloof of levensbeschouwing
Gerechtelijk arrondissement: Luik
Rechtsmacht: Arbeidsrechtbank

Een juriste werkt voor een gemeente en is gespecialiseerd in openbare aanbestedingen. Gedurende jaren zijn er geen problemen. Vanaf november 2020 wenst ze een hoofddoek te dragen en polst hierover bij verschillende personen, aangezien het arbeidsreglement geen verbod voorziet. Bij gebrek aan antwoord, kondigt ze aan de hoofddoek te zullen dragen vanaf februari 2021. De gemeente treft twee verbodsmaatregelen, in afwachting van de wijziging van het arbeidsreglement vanaf de maand maart. Deze wijziging bekrachtigt een absolute en exclusieve neutraliteit.

Datum: 24 februari 2022

Instantie: Arbeidsrechtbank Luik

Criterium: geloofsovertuiging

Domein: arbeid

Beslissing:

Inzake de individuele beslissingen ten aanzien van de juriste, besluit de rechtbank dat het om een directe discriminatie gaat. Inzake de wijziging van het arbeidsreglement neigt de rechtbank naar een indirecte discriminatie, maar worden vragen gericht tot het Grondwettelijk Hof  (o.m. inzake de toepasselijke wetgeving voor het lokaal openbaar ambt) en tot het Hof voor Justitie voor wat betreft de mogelijkheid van lokale besturen om een exclusieve en extensieve neutraliteit te voorzien in hun reglementen bij gebrek aan wetgevend kader.

In een arrest van 7 juli 2022 oordeelde het Grondwettelijk Hof niet bevoegd te zijn om kennis te nemen van de eerste prejudiciële vraag. De tweede en de derde prejudiciële vraag behoefden geen antwoord.

Unia was geen betrokken partij.

Afgekort: Arb.rb.Luik, 24-02-2022